Beoogd wordt een afvalberging te realiseren voor niet verbandbaar en niet nuttig toepasbaar bouw- en sloopafval en in milieuhygiënisch vergelijkbaar (bedrijfs-)afval op de locatie Lickebaert te Vlaardingen.
Hoofdpunten uit het advies
Het MER werd op 19 september 1989 ingediend; de vergunningaanvragen in oktober 1989. In het toetsingsadvies stelde de Commissie, dat door de opbouw van de ondergrond en het oriënterende karakter van het verrichte bodemonderzoek het risico van lokale, incidentele deformaties door belasting met afval niet zonder meer verwaarloosd kan worden. Dit kan gevolgen hebben voor het functioneren van de afdichting aan de onderkant van het stortlichaam. De Commissie onderstreepte het belang van het voornemen dat de initiatiefnemer al had om uitvoerig geotechnisch onderzoek te verrichten ten behoeve van een flexibel uitvoeringsplan. Ook is er misschien aanleiding om de uitloogcriteria voor het te accepteren afval nader te preciseren.
De gemeente Vlaardingen weigerde medewerking aan de verandering van het bestemmingsplan Vlaardingen-West. Daarop werd een aanwijzingsprocedure gestart voor verplichte bestemmingsplanwijziging. Op 30 oktober 1990 werd bekendgemaakt dat over de vergunningaanvragen ingevolge de Afvalstoffenwet en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren niet binnen de wettelijk gestelde termijn was beschikt. Na bekendmaking van de definitieve beschikkingen werd beroep ingesteld.
In 1994 heeft de Raad van State de vergunningen vernietigd en bepaald dat er eerst een uitgebreid geotechnisch onderzoek moest plaats vinden.
In 1996 is dit project definitief gestopt: er komt geen stortplaats.