1717. Waste to energy plant Delfzijl

De Duitse afvalverwerker BKB Aktiengesellschaft (verder te noemen BKB) heeft het voornemen om op het bedrijventerrein Oosterhorn in Delfzijl een Waste to Energy installatie (WtE) te bouwen. Deze WtE bestaat uit een afvalverbrandingsinstallatie (AVI), waarin naast huishoudelijk afval ook bedrijfsafval wordt verwerkt. De WtE is gekoppeld aan de AVI en kan elektriciteit opwekken en warmte leveren, in de vorm van stoom. De installatie wordt nabij het Metal Park gebouwd. De afvalverbrandingsinstallatie krijgt een capaciteit van tussen de 200.000 en 300.000 ton per jaar. Dit is een omvang van mini-maal 615 ton per dag en maximaal 925 ton per dag.

Procedure en adviezen

Richtlijnen
08-03-2006 Datum kennisgeving
08-03-2006 Ter inzage legging van de informatie
04-05-2006 Advies uitgebracht
Advies voor richtlijnen
Toetsing
10-11-2006 Kennisgeving MER
10-11-2006 Ter inzage legging MER
05-02-2007 Toetsingsadvies uitgebracht
Toetsing

Opmerkingen bij de advisering

Voor het voornemen is een vergunning Wet milieubeheer nodig. Het MER dient als onderbouwend document bij de besluitvorming hierover door de provincie Groningen.

De Commissie vraagt in haar richtlijnenadvies:

  • Maak inzichtelijk of significante gevolgen op het Natura 2000 gebied zijn uit te sluiten;
  • Een beschrijving van de samenstelling van de alternatieven (inclusief het meest milieuvriendelijke alternatief) op basis van de varianten;
  • Een beschrijving van samenstelling, acceptatie en herkomst van het afval;
  • Inzicht in keuze en criteria voor het type rookgasreiniging;
  • Presenteer een zelfstandig leesbare samenvatting, met goed kaartmateriaal, die duidelijk is voor burgers en geschikt voor de bestuurlijke besluitvorming. Maak een Duitse vertaling van de samenvatting en van de bijschriften van de figuren en tabellen. 

Bevoegd gezag heeft deze punten in de richtlijnen overgenomen.

Tijdens de toetsing van het MER heeft de Commissie om een toelichting gevraagd op het meest milieuvriendelijke alternatief (mma) en op de informatie en effecten op de Natura 2000-gebieden.

Ten behoeve van het mma heeft de initiatiefnemer een toelichting gegeven op de vragen over reiniging van het koelsysteem, aanvoer van afval, verzuring en het energetisch rendement. Per onderdeel gaat de initiatiefnemer in op de keuzes die hij maakt binnen het mma. De Commissie constateert dat daarmee de aanvullende informatie aanwezig is om de keuzes binnen het mma te onderbouwen.

Tevens geeft de initiatiefnemer informatie over de gevolgen van de activiteit op de Natura 2000-gebieden. Uit de aanvullende informatie blijkt, dat de depositie van SOx verwaarloosbaar is en alleen reikt tot beschermde habitattypen, die niet verzuringgevoelig zijn. De noodzaak om gedetailleerde informatie te geven over beschermde natuur aan de Duitse zijde van de Eems-Dollard vervalt daarmee. Ook wordt duidelijk dat de inzuiging van de jonge zeeprik beperkt blijft.

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

ir. Henk Buijtenhek
ir. Mijntje Pikaar
ir. Huub Stassen
ing. Rob Vogel

Voorzitter: drs. Leni van Rijn-Vellekoop
Werkgroepsecretaris: drs. Roel Meeuwsen

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
BKB Aktiengesellschaft te Helmstadt

Bevoegd gezag
Groningen

Overige gegevens

Gebied: Nederland, provincie Groningen


Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
C18.4 tot 1-4-2011: Niet-gevaarlijk afval: verbranden of chemisch behandelen van >= 100ton per dag

Bijgewerkt op: 19 dec 2007