1671. Rundvee- en pluimveebedrijf Vaessen te Heerlen

uitbreiding van de legpluimveetak van het rundvee- en pluimveebedrijf aan de Rolduckerweg 62-64 te Heerlen 

Procedure en adviezen

Richtlijnen
16-11-2005 Datum kennisgeving
16-11-2005 Ter inzage legging van de informatie
18-01-2006 Advies uitgebracht
Richtlijnen
Toetsing
10-05-2006 Kennisgeving MER
10-05-2006 Ter inzage legging MER
Toetsing a
28-08-2006 Toetsingsadvies uitgebracht
Toetsing a

Opmerkingen bij de advisering

De Commissie adviseert om in het MER het voornemen nader uit te leggen en het meest milieuvriendelijk alternatief te richten op beperking van uitstoot van ammoniak, stank en stof. De geurhinder dient goed beschreven te worden met een (correcte uitwerking van) een verspreidingsmodel én met de vigerende omrekenfactoren. 

Toetsing:

De Commissie is van oordeel dat in het MER en de aanvulling daarop voor de aspecten geur en fijn stof essentiële informatie ontbreekt. Daarom adviseert de Commissie om een nieuwe aanvulling op het MER op te (laten) stellen die alsnog in deze informatie over geur en fijn stof voorziet, voordat verdere besluiten worden genomen:

  • Er is geen informatie opgenomen over het vigerend stankbeleid en hoe het initiatief binnen dat kader beoordeeld moet worden, zodat onduidelijk is of op grond van vigerend kader vergunning verleend kan worden.
  • De gemeente Heerlen wil anticiperen op de nieuwe Wet geurhinder en veehouderij (Wgv). De Commissie plaatst vraagtekens bij het gehanteerde geurmodel en betwijfelt of voldoende is voldaan aan de vereisten van de Wgv:
  • Omdat de feitelijke belasting op geurgevoelige objecten in het nieuwe geurrapport ontbreekt, is niet in te schatten of de aangevraagde situatie voldoet aan de normen van de toekomstige Wgv. In het wetsvoorstel zoals dat nu bij de Eerste Kamer ligt staat de beoordeling van geur op geurgevoelige objecten centraal, dus niet geurcontouren.
  • Volgens de nieuwe geurwet kan niet worden uitgebreid met dieren zolang de woningen overbelast zijn. Uitbreiding kan alleen indien de geur voor de uitbreiding maar voor de helft wordt opgevuld (art. 3 lid 4 Wgv). De voorgestelde situatie voldoet daar volgens de Commissie niet aan.
  • De berekeningen zijn uitgevoerd met het Nieuw Nationaal Model, programma Pluim-Plus release 3.3. De Commissie heeft mondeling via Infomil vernomen dat nog niet bepaald is welk model in de Wgv wordt toegepast.
Indien de gemeente persisteert in het anticiperen op de nieuwe Wet geurhinder en veehouderij, dan adviseert de Commissie om in een nieuwe aanvulling op het nieuwe geurrapport informatie te bieden conform de Wgv.

  • Omdat berekeningen van fijn stof ontbreken, kan de Commissie deze niet verifiëren. De Commissie adviseert in een nieuwe aanvulling op het MER alsnog informatie te geven over fijn stof, te weten de ligging en grootte (in ha) van eventuele overschrijdingsgebieden vanaf de perceelsgrens, de hoogste concentraties binnen de overschrijdingsgebieden, de hoeveelheid woningen en andere gevoelige bestemmingen gelegen binnen de verschillende overschrijdingsgebieden, de mate van overschrijding van grenswaarden ter hoogte van woningen en andere gevoelige bestemmingen, de achtergrondconcentratie ter plaatse en de maatregelen die zullen worden getroffen. Ga na of het initiatief voldoet aan het Besluit luchtkwaliteit 2005.
 

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

ing. Hilko Ellen
ing. Marc Pijnenburg

Voorzitter: ir. Niek Ketting
Werkgroepsecretaris: ir. Frans Dotinga

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Vaessen

Bevoegd gezag
Heerlen

Overige gegevens

Gebied: Nederland, provincie Limburg


Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
C14.0 tot 1-4-2011: Pluimvee- of varkensfokkerij, -mesterij, of -houderij: oprichten, wijzigen of uitbreiden (drempels zie Besluit m.e.r.)

Bijgewerkt op: 31 aug 2007