1619. Wieringerrandmeer

De gemeenten Wieringermeer en Wieringen en de provincie Noord Holland willen het gebied op de grens van de beide gemeenten herontwikkelen. Het voornemen is om een meer van ruim 8 km lang en 0,5 tot 2 km breed aan te leggen, waarmee het oorspronkelijke eilandkarakter van Wieringen hersteld wordt. Het meer wordt ingericht als natuur- en  recreatiegebied. Op schorren in het meer en in het bos naast het meer worden ca. 2100 woningen gerealiseerd. Ook is er sprake van de aanleg van watersport gebonden bedrijventerreinen. Voor de realisatie van de plannen wordt samengewerkt met het consortium Lago Wirense. De realisatie vindt plaats in vier fasen over een periode van ongeveer 25 jaar.

Procedure en adviezen

Richtlijnen
17-06-2005 Datum kennisgeving
17-06-2005 Ter inzage legging van de informatie
07-10-2005 Advies uitgebracht
Advies voor richtlijnen
Toetsing
13-04-2006 Kennisgeving MER
13-04-2006 Ter inzage legging MER
18-04-2006 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.
20-07-2006 Toetsingsadvies uitgebracht
Toetsingsadvies 2006
Toetsing
29-04-2009 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.
29-04-2009 Kennisgeving MER
29-04-2009 Ter inzage legging MER
14-07-2009 Toetsingsadvies uitgebracht
persbericht
Toetsingsadvies 2009

Opmerkingen bij de advisering

IER (2006)

Voor de aanleg van het Wieringerrandmeer is herziening van het streekplan door de provincie Noord-Holland nodig. De gemeenten Wieringen en Wieringermeer willen een Intergemeentelijk structuurplan (ISP) vaststellen. Omdat beide plannen het kader vormen voor latere m.e.r.-plichtige besluiten en er waarschijnlijk een passende beoordeling nodig is (vanwege mogelijke gevolgen voor Vogel/Habitatrichtlijngebieden), moet voor deze plannen Strategische Milieubeoordeling (SMB) plaatsvinden.

Het bevoegd gezag heeft aangegeven dat zij Integrale Effectrapportage (IER) wil doorlopen. Dit houdt in dat het rapport, behalve de informatie op grond van de SMB (het Milieurapport), tevens de informatie voor de Maatschappelijke Kosten en Baten Analyse (MKBA) en voor een Landbouweffectrapportage (LER) moet bevatten.

De Commissie ziet de aspecten water(kwaliteit) en natuur als cruciale aspecten, die de haalbaarheid van het plan bepalen. Deze aspecten dienen diepgaand onderbouwd te worden. Daarnaast moet het IER voornamelijk gaan over landbouw en andere economische – en maatschappelijke functies, en landschap/ cultuurhistorie. De Commissie vindt het belangrijk dat voor deze aspecten een systematische beschrijving van de doelen van het project en van de randvoorwaarden wordt gegeven.

Het voorgestelde basisalternatief is het resultaat van een ontwikkelingscompetitie en een latere uitwerking van het winnende concept. Het is belangrijk om de reeds gemaakte keuzes goed te onderbouwen. Het kan noodzakelijk zijn om een alternatief uit te werken op basis van (elementen van) afgevallen alternatieven en varianten.

Vanwege de lange looptijd van het project moet ingegaan worden op de situatie na afronding van iedere fase. Tevens wordt naar een onderbouwing van de financiële haalbaarheid gevraagd.

Tijdens de toetsing heeft de Commissie mondeling nadere toelichting gekregen over de MKBA en de financieel-economische onderbouwing van het project. Vanwege de risico’s voor het milieu indien het project niet integraal wordt uitgevoerd of indien het project halverwege de uitvoering wordt gestaakt heeft de Commissie inzage gevraagd in de financieel-economische onderbouwing van het project. Bovendien bestaat er een relatie tussen de MKBA en de financieel-economische onderbouwing. De Commissie heeft deels mondeling en deels schriftelijk op hoofdlijnen inzage gekregen in deze onderbouwing. De inzage heeft plaatsgevonden onder voorwaarde van vertrouwelijkheid, omdat het om gevoelige informatie gaat, op grond waarvan een onderhandelingsproces tussen overheids- en private partijen gaande is.

De Commissie is van oordeel dat de essentiële milieu-informatie in het IER en de onderliggende stukken aanwezig is om besluiten te nemen over de streekplanwijziging en het ISP. Nog ontbrekende informatie kan opgenomen worden in het nu volgende MER.

Een belangrijke bevinding uit het IER is dat de waterkwaliteit als gevolg van autonome ontwikkelingen en het plan zodanig verandert dat een eerder geformuleerde doelstelling, namelijk verbeteren van de kwaliteit van het gebied voor de landbouw, niet gerealiseerd worden.

Het IER wijst uit dat er hoogstwaarschijnlijk geen significant negatieve effecten voor de omliggende Natura 2000-gebieden Waddenzee en IJsselmeer te verwachten zijn. Het project biedt juist goede kansen voor natuurontwikkeling en landschapsontwikkeling, die in dit stadium nog nauwelijks zijn uitgewerkt. Met name voor de ecologie en de herstelopgaven van het IJsselmeer kan het plan van grote betekenis zijn.

De MKBA bevat volgens de Commissie belangrijke tekortkomingen waardoor het resultaat ruim €100 miljoen lager uitvalt. Daarnaast verwacht de Commissie vanuit de financieel-economische onderbouwing dat de financiële bijdrage van de provincie een factor 1,5 tot 3 (minstens enkele tientallen miljoenen) hoger zal moeten zijn dan waar nu rekening mee wordt gehouden.

Besluit-MER (2009)

Het besluit-MER is opgesteld als onderbouwing voor het provinciaal inpassingsplan. De Commissie  is van mening dat de essentiële informatie voor besluitvorming in het MER aanwezig is.

Water
Zoals ook al uit het IER bleek, is een belangrijk effect de toename van de zoute kwel.  Met name voor de landbouw is dit ongunstig. Voor de natuur kan het juist een positief effect zijn.

Natuur
De natuurtoets maakt duidelijk dat de natuurlijke kenmerken van de Natura 2000-gebieden IJsselmeer en Waddenzee niet worden aangetast. Door verbetering van vismigratie kan het project zelfs een bijdrage leveren aan de instandhoudingsdoelen van deze gebieden. Ook kan door de ontwikkeling van natte natuur, zoals moeraszones, bijgedragen worden aan de ecologische verbinding de Noordboog, die van provinciaal belang is.
 
Een belangrijk aandachtspunt is de dubbelfunctie natte natuur en waterrecreatie. Als de waterrecreatie zonder restricties toeneemt, is de kwaliteit van de nieuwe natuur niet gegarandeerd. Zonering zou hier een oplossing kunnen bieden.

Verkeer
Uit het MER wordt duidelijk dat in het voorkeursalternatief bij de Haukes (Poelweg) een knelpunt ontstaat qua verkeersafwikkeling, verkeersveiligheid en leefbaarheid. Volgens het MER is de ongunstige leefbaarheidsituatie op de Poelweg oplosbaar met maatregelen zoals geluidwerende voorzieningen aan de woningen. De Commissie betwijfelt of dit genoeg is om een onaanvaardbare situatie te voorkomen. Dit is een belangrijk aandachtspunt voor de besluitvorming. Overigens beschrijft het MER een alternatief (omlegging van de Poelweg) dat gunstiger is qua verkeersgerelateerde effecten.
 

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

dr. ir. Aarts
ir. Pieter Janse
ir. Ton van der Maarel
ir. Eric Mackay
dr. Paul Schot
ing. Rob Vogel
ing. Frank Voigt
prof. dr. ir. Huib de Vriend

Voorzitter: ir. Aad van der Velden
Werkgroepsecretaris: ir. Marijke Bremmer

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Gemeente Wieringen

Bevoegd gezag
Provincie Noord-Holland

Overige gegevens

Gebied: Nederland, provincie Noord-Holland


Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
007 Plan-m.e.r.
C09.0 tot 1-4-2011: (Her)inrichting landelijk gebied met functiewijziging >= 250ha
C10.1 tot 1-4-2011: Recreatieve voorziening >= 500.000 bezoekers per jaar, >= 50ha, of 20ha in gevoelig gebied: aanleg, wijziging of uitbreiding
C10.3 tot 1-4-2011: Jachthaven met >= 500 ligplaatsen of >= 250 in gevoelig gebied: aanleg, wijziging of uitbreiding
C11.1 tot 1-4-2011: Bouw >= 4000 woningen binnen, of >= 2000 woningen buiten bebouwde kom
D12.2 tot 1-4-2011: Kustverdedigingswerken: aanleg, wijziging of uitbreiding (m.u.v. onderhoud of herstel)

Bijgewerkt op: 10 jul 2018