156. Ruilverkaveling Rossum-Oost
De Commissie m.e.r. heeft in het kader van de eerste evaluatie van de werkingssfeer van de m.e.r. een rol toebedeeld gekregen bij de toetsing van evaluatierapporten van bepaalde landinrichtingsprojecten. Daarom heeft de Commissie een aantal evaluatierapporten van landinrichtingsprojecten getoetst. In deze landinrichtingsprojecten zijn verschillende soorten gebieden (grote landschapseenheden, meest waardevolle beekdalen en belangrijkste weidevogelgebieden) vertegenwoordigd. Als tweede project1 is in overleg met de Landinrichtingsdienst besloten om het evaluatierapport van het voorontwerp-plan van de ruilverkaveling Rossum-Oost te toetsen. De Commissie heeft dit HELP-rapport “inhoudelijk bezien in het licht van de criteria die daarvoor in het kader van de m.e.r. gelden”, en bij de toetsing van het HELP-rapport de werkwijze van de m.e.r.-procedure zo veel mogelijk benaderd. 1 Als eerste project heeft de Commissie geadviseerd over de ruilverkaveling Melderslo (zie project 128).
Procedure en adviezen
Richtlijnen |
---|
16-03-1988 Advies uitgebracht |
Toetsing |
26-10-1988 Kennisgeving MER |
26-10-1988 Ter inzage legging MER |
30-11-1989 Toetsingsadvies uitgebracht |
Opmerkingen bij de advisering
De concept-aanbevelingen van de Commissie zijn op 2 februari 1988 besproken met de Landinrichtingsdienst en op 16 maart aan de directeur van de Landinrichtingsdienst aangeboden. Na publicatie van het voorontwerp-plan heeft de Commissie het HELP-rapport en de bijbehorende notitie – opgesteld naar aanleiding van de aanbevelingen van de Commissie getoetst, en geconstateerd dat de geleverde informatie niet overeenkwam met de gevraagde informatie. Op initiatief van de Commissie vond vervolgens op 13 februari 1989 een gesprek plaats tussen de Landinrichtingsdienst en de Commissie over aanvullende informatie. Uiteindelijk heeft de Commissie het HELP-rapport, het voorontwerp-plan, de bijbehorende notitie en de aanvullingen tezamen in de toetsing betrokken. Het advies gaf aan, dat de voorgenomen activiteit duidelijk beschreven werd, maar dat de vertaling van de planologische uitgangspunten te wensen over liet. Dat de voorgenomen activiteit de beste bestaande beschermingsmogelijkheid voor het gebied zou zijn, werd niet duidelijk uit de rapporten. De beschrijving van de autonome ontwikkeling van de vegetatie en de beschreven herinrichting van het hydrologisch systeem ontbraken.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
prof. dr. ir. van Breemen |
prof. Ab Grootjans |
prof. dr. ir. van Lier |
dr. Paul Opdam |
ir. Petrus Thomas Schure |
prof. drs. Vervloet |
Voorzitter: dr. Hans Cohen
Werkgroepsecretaris: drs. Martha Buitenkamp
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Landinrichtingsdienst |
Bevoegd gezag |
---|
Landinrichtingsdienst |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Overijssel
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
006 | Géén m.e.r., wel advies van Commissie gevraagd |
Bijgewerkt op: 31 aug 2007