1419. Nieuw besluit Westrandweg A5

Rijkswaterstaat Directie Noord-Holland heeft (nog steeds) het voornemen ten westen van Amsterdam de Westrandweg aan te leggen. De Westrandweg moet de A10-West ten zuiden van de Coentunnel verbinden met het knooppunt Raasdorp (A5/A9).       

Procedure en adviezen

Richtlijnen
22-03-2004 Datum kennisgeving
22-03-2004 Ter inzage legging van de informatie
27-05-2004 Advies uitgebracht
Richtlijnen
Toetsing
23-08-2005 Kennisgeving MER
23-08-2005 Ter inzage legging MER
18-11-2005 Toetsingsadvies uitgebracht
Toetsing

Opmerkingen bij de advisering

Reeds in 1991 heeft de minister van Verkeer en Waterstaat besloten tot de aanleg van de Westrandweg1. Bij de besluitvorming is destijds m.e.r. doorlopen. Om financiële redenen is nooit met de aanleg begonnen. Omdat het tracébesluit slechts 10 jaar geldig was, moet nu een nieuwe besluitvormingsprocedure doorlopen worden, wederom met m.e.r. De Commissie adviseert het huidige MER als een actualisatie van het MER uit 1991 te beschouwen. Dat betekent dat vooral gekeken moet worden of er sinds 1991 ontwikkelingen hebben plaatsgevonden, waardoor de argumenten die destijds ten grondslag hebben gelegen aan het besluit niet meer valide zijn. Op voorhand lijken de belangrijkste veranderingen sinds 1991 te zijn de veranderde verkeersprognoses en veranderde wet- en regelgeving op het gebied van flora en fauna, luchtkwaliteit en externe veiligheid. 

 

De voorkeur van de initiatiefnemer gaat uit naar een autosnelweg met drie afritten en een bepaald pakket aan elektronica en aan ecologische maatregelen. Omdat er gewerkt wordt met een vaststaand budget, wordt de mogelijkheid echter opengehouden om te weg te versoberen (minder elektronica, 80 km/uur autoweg, een afslag minder, minder ecologische maatregelen). Het is van belang dat de verkeers- en milieueffecten van ieder samenstel uit het MER afgeleid kunnen worden.

 

Als hoofdpunten voor het MER ziet de Commissie een goede beschrijving van:

  • actuele prognoses en de mate waarin de weg congestieproblemen oplost;
  • aantasting van belangrijke natuurwaarden en eventuele mitigerende maatregelen en/of compensatie;
  • landschappelijke inpassing;
aantasting van de leefbaarheid, met name wat betreft lucht, geluid en externe veiligheid

 

Toetsing

Rijkswaterstaat Directie Noord-Holland heeft het voornemen ten westen van Amsterdam de Westrandweg (WRW) aan te leggen. De WRW moet de A10-West ten zuiden van de Coentunnel verbinden met het knooppunt Raasdorp (A5/A9). Reeds in 1991 heeft de minister van Verkeer en Waterstaat (V&W) besloten tot de aanleg van de WRW. Bij de besluitvorming is destijds een milieueffectrapportage (m.e.r.) uitgevoerd. Om financiële redenen is nooit met de aanleg begonnen. Omdat het tracébesluit na 10 jaar niet meer geldig is, is in 2004 een nieuwe besluitvormingsprocedure gestart inclusief de m.e.r.. Bevoegde instanties zijn de minister van V&W en de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM).

Tijdens de toetsing heeft de Commissie bij de trajectnota/MER belangrijke tekortkomingen vastgesteld. Deze tekortkomingen zijn tussentijds kenbaar gemaakt, waarna V&W heeft besloten om een aanvulling op te stellen. Dit advies van de Commissie bevat het oordeel over de trajectnota/MER inclusief de aanvulling. De Commissie is van oordeel dat de essentiële informatie voor de besluitvorming aanwezig is in de trajectnota/MER en de aanvulling.

Voor luchtkwaliteit is nog niet duidelijk of aan de normen kan worden voldaan. Aangezien er geen tracéalternatieven of varianten zijn met naar verwachting minder effecten op de luchtkwaliteit kan dit onderzocht worden bij de verdere uitwerking ten behoeve van het tracébesluit. Tevens verwacht de Commissie dat de alternatieven door de uit te werken maatregelen geen andere rangvolgorde zullen krijgen. Bij de nog uit te voeren toetsing aan het besluit luchtkwaliteit 2005, waarbij de saldobenadering een belangrijke rol speelt, zullen ook de overschrijdingen gemeten moeten worden in het aantal dagen per jaar waarin de concentratie hoger is dan 50 µg/m3. Omdat maatregelen zoals schermen en snelheidsverlaging de effecten van zowel geluid als emissies kunnen verminderen adviseert de Commissie om de maatregelen voor luchtkwaliteit af te stemmen met de maatregelen voor geluid.

Daarnaast adviseert de Commissie om bij de verdere uitwerking voor het tracébesluit te onderzoeken in hoeverre de verkeersveiligheid en de doorstroming kan worden verbeterd door het (eventueel later) aanleggen van vluchtstroken op de kunstwerken.

 

 

1 Zie project 170. 

 

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

ir. Peter van Eck
ir. Hans Huizer
drs. Sjef Jansen
ir. Kees Nije

Voorzitter: dr. ir. Gerrit Blom
Werkgroepsecretaris: drs. Bart Beerlage

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Rijkswaterstaat

Bevoegd gezag
Rijkswaterstaat

Overige gegevens

Gebied: Nederland, provincie Noord-Holland


Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
C01.1 Aanleg hoofdweg

Bijgewerkt op: 10 jul 2018