1418. Herinrichting Nieuwe Driemanspolder te Zuid-Holland

functiewijziging van de Nieuwe Driemanspolder   

Procedure en adviezen

Richtlijnen
03-03-2004 Datum kennisgeving
03-03-2004 Ter inzage legging van de informatie
29-04-2004 Advies uitgebracht
Richtlijnen
Toetsing
25-08-2006 Kennisgeving MER
25-08-2006 Ter inzage legging MER
01-11-2006 Toetsingsadvies uitgebracht
Toetsing

Opmerkingen bij de advisering

De Stuurgroep Nieuwe Driemanspolder wil de functie van de Nieuwe Driemanspolder tussen Den Haag, Zoetermeer en Leidschendam wijzigen. Deze stuurgroep treedt op als initiatiefnemer en zij verenigt en vertegenwoordigt de betrokken gemeenten, waterbeheerders en rijksoverheid. Het voornemen is gericht op omzetting van agrarisch gebruik in natuurontwikkeling, recreatie, seizoensberging en piekberging. Om de functie van de polder te wijzigen zullen bestemmingsplannen vastgesteld moeten worden door de drie gemeenten waarin de polder ligt (Leidschendam-Voorburg, Den Haag en Zoetermeer). 

De Commissie adviseert in het MER de locatiekeuze voor de seizoensberging en de piekberging te motiveren, alternatieven te ontwikkelen op grond van de seizoensberging en de effecten te beschrijven op de waterkwaliteit, op de waterhuishouding en op natuur, zowel in de polder zelf als in de nabije omgeving.

 

Toetsing

De functie van de Nieuwe Driemanspolder wordt gewijzigd van landbouw naar functies als waterberging, natuur en recreatie. De aanleiding hiervoor wordt gevormd door de grote verstedelijkingsdruk, de behoefte aan ruimte voor waterberging en een gebrek aan samenhang in de inrichting van het gebied. Voor deze functiewijziging moeten de bestemmingsplannen van de gemeenten Leidschendam-Voorburg en Zoetermeer gewijzigd worden. Het MER levert informatie aan ter onderbouwing van dat besluit.

 

In het richtlijnenadvies (2004) benoemde de Commissie de volgende punten als essentiële informatie in het MER:

  • Een onderbouwing waarom de Nieuwe Driemanspolder een logische locatie is voor realisatie van de seizoens- en piekberging.
  • Alternatieven voor de meest ingrijpende functiewijziging van seizoensberging.
  • Een motivering welk uitwerkingsprincipe het voor het milieu gunstigste alternatief heeft opgeleverd. Ontwikkel vanuit dit alternatief een meest milieuvriendelijk alternatief.
  • De effecten op de waterkwaliteit (zout, voedselrijkdom), op de waterhuishouding en op natuur (natuurdoeltypen, doelsoorten), zowel in de polder zelf als in de nabije omgeving.
 

De Commissie heeft het gepubliceerde MER positief beoordeeld. Voor de verdere plan- en besluitvorming heeft zij enkele adviezen gegeven, waarvan de belangrijkste zijn:

  • onderzoek of verdere milieuwinst te boeken is door de landschappelijke vormgeving, de gewenste huidige en toekomstige capaciteit voor waterberging, de natuurambities en de grondbalans in samenhang te beschouwen;
  • schenk aandacht aan de verschillende aspecten van het beheer;
  • neem waterkwaliteit, de realisatie van natuurdoeltypen, het voorkomen van muggen en de ontwikkeling van wateroverlast en zettingsproblemen op in het monitoringsprogramma.
 

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

ing. Roel van Aalderen
ing. Frank Brandsen
ir. Robbert de Vries
drs. Klaas-Jan Wardenaar

Voorzitter: dr. Dick Tommel
Werkgroepsecretaris: drs. Coen Balduk

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Stuurgroep Nieuwe Driemanspolder

Bevoegd gezag
Leidschendam-Voorburg
Zoetermeer

Overige gegevens

Gebied: Nederland, provincie Zuid-Holland


Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
D09.0 tot 1-4-2011: (Her)inrichting landelijk gebied met functiewijziging >= 125ha

Bijgewerkt op: 10 jul 2018