- locaties voor woningbouw en de omvang ervan;
- bedrijven- en kantorenlocaties;
- infrastructuur;
- recreatievoorzieningen, detailhandel en maatschappelijke voorzieningen;
- water- en groengebieden.
Hoofdpunten uit het advies
Het Regionaal Structuurplan 2005-2015 richt zich met name op de opgave voor wonen en werken. Een verstedelijkingsvisie zal nog worden uitgewerkt door het Bestuur Regio Utrecht (BRU). Het toepassen van m.e.r. in een tijdig strategisch stadium van planvorming krijgt waardering van de Commissie. Er is nog niet duidelijk welke concrete beleidsbeslissingen zullen worden genomen en door welke bestuursinstantie. De Commissie raadt aan een getrapte m.e.r.-procedure te doorlopen. Het richtlijnenadvies richt zich op een strategisch MER met strategische alternatieven, dat ook uitspraken doet over concrete (sets van) locaties. De Commissie adviseert strategische alternatieven te formuleren, waarbij van de gekozen alternatieven wordt aangegeven welke locaties (verder) verstedelijken. Het BRU dient tevens de stuurbaarheid van (milieu)ontwikke lingen te verduidelijken. Het beleidskader (met name het streekplan van de provincie Utrecht) moet aan de orde komen. De beschrijving van de milieugevolgen (toetsingskader) dient op de drie onderscheiden lagen van de lagenbenadering aan te sluiten.
Lopende het m.e.r.-traject heeft het BRU geconcludeerd dat SMB i.p.v. m.e.r. doorlopen zou moeten worden. Het secretariaat van de Commissie heeft in april 2005 aangegeven dat het nuttig zou zijn om daarbij de richtlijnen voor het MER als richtlijn te nemen. In juni 2005 zijn het ontwerp-RSP en de bijbehorende SMB gereedgekomen en deze zijn in september 2005 ter visie gelegd. Het RSP bevat volgens het BRU geen concrete beleidsbeslissingen. Wegens een vormfout is een tweede tervisielegging gevolgd van 31 oktober 2005 t/m 9 december 2005.
De Commissie is niet verzocht om de SMB te beoordelen.