1013. Voltooiing kerncentrales Khmelnitsky 2 en Rivne 4

De bouw van twee nieuwe VVER-1000 Model 320 kerncentrales in de Oekraïne was begin jaren ’90 voor 80% gereed, toen de werkzaamheden vanwege het ongeval bij Tsjernobyl moesten worden stilgelegd. Het plan is om de bouw van beide centrales (Khmelnitsky 2 en Rivne 4) te voltooien en de centrales te gebruiken ter vervanging van de resterende nog in werking zijnde Tsjernobylcentrales.

Procedure en adviezen

Toetsing
11-03-1999 Kennisgeving MER
11-03-1999 Ter inzage legging MER
27-04-1999 Toetsingsadvies uitgebracht

Opmerkingen bij de advisering

De minister vraagt de Commissie advies uit te brengen over de kwaliteit en volledigheid van een veiligheidsstudie en twee milieueffectrapporten. Het kader voor de advisering wordt enerzijds bepaald door het Verdrag van Espoo en anderzijds door het financieringsverzoek. De Commissie heeft dit kader vertaald in vier toetsingsvragen: Zijn de studies volledig? Is de informatie van voldoende kwaliteit om te kunnen beoordelen of de centrales na voltooiing voldoen aan internationaal geaccepteerde milieu- en veiligheidsnormen? Geven de studies voldoende inzicht in de kansen op grootschalige emissies van radioactieve stoffen ten gevolge van calamiteiten en de risico’s en milieugevolgen die calamiteiten kunnen opleveren voor Nederland? Zijn eventuele milieuvriendelijker of veiliger alternatieven voor het beoogde doel van het voornemen - dat wil zeggen het voldoen aan de te verwachten elektriciteitsbehoefte van de Oekraïne bij uitbedrijfneming van de Tsjernobylcentrales - voldoende besproken? 

In haar toetsingsadvies constateert de Commissie dat de studies belangrijke leemten bevatten. Vooral de kans op ‘buitenontwerpongevallen’ - het type calamiteiten waarbij de grootste emissies te verwachten zijn - en de dan te verwachten gevolgen, worden onvoldoende besproken. De kerncentrales zullen aan internationaal geaccepteerde normen voldoen, mits zeker wordt gesteld, dat aangekondigde studies en maatregelen ook daadwerkelijk worden uitgevoerd en dat een voldoende veiligheidscultuur bij de bedrijfsvoering wordt bereikt. De studies geven echter niet aan hoe dit is gewaarborgd. Vanwege de eerder geconstateerde leemten geven de uitgevoerde studies geen inzicht in de te verwachten effecten in Nederland. Indien de centrales aan westerse veiligheidsnormen zullen voldoen, zijn in Nederland - ook bij grote calamiteiten - echter geen effecten te verwachten die maatregelen vereisen. Alternatieven worden te weinig besproken: elektriciteitsproductie uit fossiele brandstoffen wordt onvolledig besproken en andere realistische alternatieven worden in het geheel niet uitgewerkt, zoals ‘upgraden’ van bestaande kerncentrales, bouw van een nieuwe kerncentrale, efficiëntieverbetering bij het eindgebruik van elektriciteit en importeren van stroom.

Dit oordeel brengt de Commissie tot vier aanbevelingen bij een eventueel positief financieringsbesluit: een verplichte onafhankelijke verificatie en evaluatie van de voltooiing, inbedrijfstelling en bedrijfsvoering van de kerncentrales; eerder uitvoeren van de aangekondigde ‘probabilistische veiligheidsanalyse’ (PSA) ter bepaling en prioritering van te treffen maatregelen; nadere onderbouwing van de voorlopige verwachting over effecten in Nederland door een globale verspreidings- en blootstellingsberekening en het expliciet betrekken in de besluitvorming van de niet in de studies uitgewerkte alternatieven.

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

ing. Abrahamse
dr. Roelf Blaauboer
ir. Jehee
ir. Swanenburg de Veye

Voorzitter: ir. Niek Ketting
Werkgroepsecretaris: drs. Rob Verheem

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Regering van de Oekraine

Bevoegd gezag
Ministerie van Volkhv., R.O. en Milieubeheer

Overige gegevens

Gebied: Ukraine


Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
009.1 Advies vanwege grensoverschrijdende gevolgen

Bijgewerkt op: 21 nov 2018