2620

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer: Goederenroute Oost-Nederland

In het kader van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer wil de staatssecretaris van IenM de spoorverbinding tussen Elst (aansluiting op de Betuweroute) en de grensovergang bij Oldenzaal geschikt maken voor meer goederenvervoer. Het MER 1e fase is nu klaar. Hierin staan de milieueffecten beschreven van vier varianten voor het trace Zutphen - Hengelo. De Commissie constateerde bij toetsing van het MER dat de milieu-informatie ontoegankelijk en niet compleet is.

Hoofdpunten uit het advies

Toetsingsadvies MER 1e fase
De Commissie heeft het MER 1e fase getoetst en daarbij tekortkomingen geconstateerd. Zij adviseert voor besluitvorming over de keuze voor een van de vier tracévarianten in een aanvulling op het MER de toegankelijkheid van de informatie alsnog sterk te vergroten door:

  • De effecten per deelgebied, de voor- en nadelen, de onderscheidende aspecten per variant op een centrale plek in het MER te presenteren.
  • Inzicht te geven in de veranderingen in het plaatsgebonden risico per variant, het groepsrisico en de (absolute) veranderingen voor de externe veiligheidseffecten binnen het emplacement Deventer voor de variant Kopmaken te Deventer. Gezien de onzekerheid in routering van gevaarlijke stoffen kan dit kwalitatief gegeven worden.

Het ministerie heeft laten weten een aanvulling op het MER 1e fase op te stellen en daarna een besluit te nemen over de routevarianten tussen Zutphen en Hengelo en de invulling van het vervolgproces.

 

Advies reikwijdte en detailniveau
Het advies van de Commissie is in twee delen opgesplitst:

  • Advies over toepassing van de Elverding-aanpak bij PHS: Goederenroutering Oost-Nederland (GON). Belangrijke onderdelen hierbij zijn een brede alternatievenverkenning, ruime participatie en het vroegtijdig verkennen van knelpunten. De studies naar aanleiding van de moties die bij de behandeling van het PHS in de Tweede Kamer zijn aangenomen, spelen hierin een belangrijke rol.
  • De Commissie richt zich op de uitwerking van de route Elst – Oldenzaal/grens.
  • Hoofdpunten voor het MER zijn:

    • Onderbouwing van nut en noodzaak om het goederenvervoer per spoor via de Betuweroute – route Elst-Oldenzaal/grens te intensiveren in plaats van via andere modaliteiten (zoals binnenvaart en weg) of andere routes, plus onderbouwing van de prognoses die vergroting van de capaciteit nodig maken.
    • Een inschatting op hoofdlijnen van mogelijke belangrijke knelpunten, wat betreft leefklimaat, natuur en andere relevante aspecten op de gehele route Elst-Oldenzaal/grens, zo vroeg mogelijk in de studieperiode.
    • De aantasting van het leefklimaat, niet alleen sectoraal, maar ook in cumulatie. De effecten op het leefklimaat zullen een optelsom van verschillende effecten zijn, zoals geluid, trillingen, luchtkwaliteit, externe veiligheid, gezondheid, oversteekbaarheid en barrièrewerking.

    Samenstelling van de laatste werkgroep

    drs. Wibe Altenburg

    ir. Dingeman Boogert

    ir. Hans Huizer

    dr. Michiel van Pelt

    ir. Edgar Snijders

    drs. Frank Wijnants

    dr. Fred Woudenberg

    voorzitter

    ir. Niek Ketting

    werkgroepsecretaris

    ir. Corrie Smit

    Projectinformatie

    Bevoegd gezag

    Ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM)

    Initiatiefnemer

    ProRail

    Laatste advies uitgebracht op

    12 juli 2013