1168

Ontwikkeling Zuidas Amsterdam

De activiteiten die milieu-effectrapportage (m.e.r.)-plichtig zijn betreffen: 

  • wijziging/uitbreiding van de hoofdinfrastructuur (zowel spoorlijnen als snelweg);
  • realisatie van meer dan 4000 woningen.
Daarnaast is de realisatie van meer dan 200.000 m2 kantoorvloeroppervlak m.e.r.-beoordelingsplichtig.

 

 

 

 

Hoofdpunten uit het advies

 

 

De initiatiefnemers hebben ervoor gekozen de m.e.r.-procedure in twee fasen op te splitsen: eerst onderzoeken welke infrastructuurbundeloptie de voorkeur verdient en in fase 2 de verdere inrichting van de Zuidas aan de orde stellen. Het advies gaat met name in op het MER t.b.v. fase 1 en geeft een indicatie welke aspecten in fase 2 aan de orde komen. Een nadere uitwerking hiervan kan en zal pas na afronding van fase 1 plaatsvinden.

In haar richtlijnenadvies vraagt de Commissie met name aandacht voor de volgende onderwerpen:

  • Bij de uitwerking van de probleemstelling een kader/raamplan te maken waaruit criteria volgen, waaraan de alternatieven/varianten moeten voldoen;
  • Een duidelijke hiërarchie aan te geven in de doelen, waarbij ook inzicht wordt verschaft in doelen die met elkaar op gespannen voet kunnen staan;
  • De alternatieven gelijkwaardig uit te werken en ook in fase 1 een meest milieuvriendelijk alternatief te ontwikkelen.
  • Nadrukkelijk aandacht te besteden aan de verschillen in veiligheid. Geadviseerd wordt om een integrale veiligheidsanalyse op te stellen en deze in de tijd te koppelen aan het MER;
  • De kwaliteit van de samenvatting.
In juni 2004 is de Stand van Zaken MER Zuidas gepubliceerd die ingaat op het op bestuurlijke gronden vervallen van het kunstwerkalternatief. Tevens geeft deze notitie aan dat het m.e.r. niet meer in twee fasen wordt opgesplitst. In haar advies geeft de Commissie aan dat de vastgestelde richtlijnen kunnen blijven gehanteerd met een aanvulling op het aspect geluid.

 

Samenstelling van de laatste werkgroep

ir. Gerard Arends

dr. Gijs-Jan van Blokland

prof. dr. ir. Rob van der Heijden

prof. mr. dr. Ernst ten Heuvelhof

ir. Wim Keijsers

drs. Léon Partouns

drs. Harry Snel

prof. ir. Maurits van Witsen

voorzitter

drs. Leni van Rijn-Vellekoop

werkgroepsecretaris

dr. Nicole van Buren

Projectinformatie

Bevoegd gezag

Rijkswaterstaat, Ministerie van Volkhv., R.O. en Milieubeheer, gemeente Amsterdam

Initiatiefnemer

Rijkswaterstaat, gemeente Amsterdam

Laatste advies uitgebracht op

4 oktober 2004