Zomerbedverlaging in de Beneden-IJssel tussen Zwolle en het Ketelmeer is in de Planologische Kernbeslissing Ruimte voor de Rivier (PKB) opgenomen als één van de maatregelen voor Hoogwaterveiligheid voor de korte termijn (realisatie voor 2015). Bij de zomerbedverlaging komt een grote hoeveelheid grond vrij. Deze kan gedeeltelijk worden gebruikt in andere projecten. Voor de delfstoffenwinning vraagt de Programmadirectie Ruimte voor de Rivier een Ontgrondingenvergunning aan.
Hoofdpunten uit het advies
Toetsingsadvies
Een belangrijke wijziging ten opzichte van de PKB uit 2007 is de samenhang met het project IJsseldelta-Zuid. Uit de onderzoeken die in het kader van de m.e.r. zijn uitgevoerd blijkt dat de milieugevolgen van de PKB oplossing voor met name de drinkwaterwinning bij Zwolle zodanig zijn dat voor een alternatieve uitwerking is gekozen. Omdat de alternatieve uitwerking voor de zomerbedverlaging niet zelfstandig aan de taakstelling kan voldoen, heeft de minister op 24 mei 2013 besloten om beide projecten in samenhang uit te voeren om op korte termijn te voldoen aan de eisen voor hoogwaterveiligheid.
Advies reikwijdte en detailniveau
Een belangrijk aandachtspunt voor de m.e.r. zijn de gevolgen op de grondwaterstanden. Als gevolg van de zomerbedverlaging zijn bij hoogwater binnendijks hogere grondwaterstanden en extra kwel (vernatting) te verwachten, terwijl er bij lage rivierafvoeren sprake zal zijn van een lagere grondwaterstand en verdroging. Deze veranderingen in grondwaterstanden kunnen onder andere grote effecten hebben op de Stroomdalgraslanden en Ooibossen in Natura 2000-gebied Uiterwaarden IJssel.
De uitvoering van het project Zomerbedverlaging Beneden-IJssel wordt gecombineerd met het project IJsseldelta Zuid (projecten 1929 en 2113).