2422

Waterkeringen Perkpolder

Rijkswaterstaat Zeeland wil de primaire waterkering bij Perkpolder verleggen, waarmee het mogelijk wordt een buitendijks natuurgebied te realiseren. Voor het verleggen van de waterkering wordt een m.e.r.-procedure doorlopen. 

Hoofdpunten uit het advies

Toetsingsadvies

De Commissie vindt het MER helder en voorzien van goed ondersteunend illustratiemateriaal (foto’s, kaarten). Het geeft duidelijk aan welke alternatieven voor de uitvoering van het nieuwe dijktracé mogelijk zijn en hoe die zich onderling verhouden qua milieugevolgen. Ook zijn de effecten van mogelijke mitigerende maatregelen goed in beeld gebracht. Het toetsingsadvies bevat nog enkele aanbevelingen voor monitoring. Vooral het goed blijven functioneren van de kwelbuizen is van belang om zoute kwel tegen te gaan.

 

Richtlijnenadvies

Voor het meewegen van het milieubelang in de besluitvorming moet het MER in ieder geval bevatten:

  • een onderbouwing van de noodzaak en een duidelijke omschrijving van de doelstelling van het voornemen;
  • de omvang van de te realiseren natuur en natuurdoeltypen;
  • een onderbouwing van de keuze voor de plaats en de dimensionering van de dijkopening;
  • de hydraulische randvoorwaarden voor het dijkontwerp en de uitwerking ervan;
  • de effecten van het voornemen op grondwaterstanden en kwel, Natura 2000-gebieden en Ecologische Hoofdstructuur.

Dit project is een vervolg op de m.e.r.-procedure voor de Gebiedsontwikkeling Perkpolder, zie projectnummer 1524.

Samenstelling van de laatste werkgroep

ir. Johan van der Gun

drs. Sjef Jansen

voorzitter

Henk Janssen

werkgroepsecretaris

drs. Marja van Eck

Projectinformatie

Bevoegd gezag

Provincie Zeeland

Initiatiefnemer

Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Waterschap Scheldestromen

Laatste advies uitgebracht op

21 maart 2012