Sjoerd Harkema
werkgroepsecretaris
De provincie Noord-Holland wil de bestaande windturbines in de provincie herstructureren. Tegelijkertijd heeft zij met het Rijk afspraken gemaakt om meer windenergie op land op te wekken. De provincie stelt daarom een structuurvisie herstructurering wind op land op. Ter ondersteuning bij de besluitvorming wordt een milieueffectrapport opgesteld. De provincie vroeg de Commissie om advies over de gewenste inhoud van het rapport.
Toetsingsadvies
Het milieueffectrapport is goed leesbaar en toegankelijk. De Commissie vindt dat op heldere wijze - via een stappenplan - drie alternatieven zijn ontwikkeld met de invalshoeken leefomgeving, landschap en maximale energieopbrengst. Hieruit is een voorkeursalternatief gekozen. De Commissie vindt dat in het rapport op een goede manier met kaartmateriaal is omgegaan waardoor de alternatieven overzichtelijk en begrijpelijk zijn. Zij vindt dat het rapport de milieueffecten goed beschrijft.
Uit het rapport blijkt dat bij de vervolgbesluitvorming over concrete windparken nog specifiek aandacht nodig is voor bestaande en geplande woningen in de plaatsingsgebieden. Deze kunnen de beschikbare plaatsingsruimte voor windturbines namelijk nog beperken. De Commissie adviseert bij vervolgbesluitvorming ook te kijken naar cumulatieve geluidsbelasting door meerdere windturbines en naar mogelijke effecten op vogels en vleermuizen, bijvoorbeeld in de gebieden IJsselmeer en Zwanenwater & Pettermerduinen (Natura 2000).
Advies reikwijdte en detailniveau
In haar advies vraagt de Commissie om een onderbouwing van de criteria die zijn gebruikt bij het maken van een startkaart, zodat duidelijk wordt waarom geen potentieel geschikte gebieden voor windenergie worden gemist. Het milieueffectrapport moet van lopende initiatieven voor windenergie aangegeven of ze passen binnen de startkaart en dus binnen de provinciale criteria voor windenergie. De stappen die leiden tot een voorkeursalternatief moeten reproduceerbaar zijn en de milieueffecten in de onderzochte gebieden moeten worden vergeleken met de energieopbrengst. Tenslotte is belangrijk dat het rapport duidelijk maakt of aantasting van natuurlijke kenmerken van Natura 2000-gebieden op voorhand is uit te sluiten.