1867

Omlegging A9 bij Badhoevedorp

Rijkswaterstaat wil de A9 ter hoogte van Badhoevedorp verleggen, zodat deze niet langer de bebouwde kom doorsnijdt.

Hoofdpunten uit het advies

Richtlijnenadvies

In een bestuursovereenkomst uit 2005, getekend door een groot aantal partijen, is de wens tot verlegging van deze weg al vastgelegd.  De Commissie geeft in het richtlijnenadvies aan, dat het wenselijk ware geweest, wanneer met alle betrokken partijen eerst een integraal keuzeproces (bijvoorbeeld met behulp van een plan-m.e.r.) op strategisch niveau was doorlopen. Dit was wenselijk geweest, omdat  de verlegging van de A9 en de ruimtelijke ontwikkelingen in het plangebied elkaar sterk beïnvloeden.

Omdat een dergelijke integrale aanpak buiten de scope van een Tracé/MER-procedure valt,  is de Commissie in het advies uitgegaan van een normale Tracé/MER-aanpak. Zij vindt echter dat daarbij de relatie met ruimtelijke ontwikkelingen in het plangebied niet uit het oog mag worden verloren.

 

Als hoofdpunten voor het MER merkt de Commissie aan: 

  • Een goede definitie en onderbouwing van de probleemstelling;
  • De gevolgen voor verkeer, geluid en luchtkwaliteit van de verschillende ruimtelijke scenario’s en A9-alternatieven;
  • De effecten van de doorsnijding van het Groene Carré op recreatie en natuur;
  • De mate waarin maatregelen uit het flankerend beleid (zoals beprijzing) zelfstandig invloed hebben op leefbaarheid en bereikbaarheid bij het bestaande tracé.

Toetsingsadvies
De Commissie is van mening dat het MER voldoende informatie voor de besluitvorming bevat. De alternatieven voor omlegging van de A9 zijn systematisch getoetst op milieueffecten en doelbereik. Doordat het MER zich vooral richt op de omlegging van de A9 zijn de gevolgen van de (andere) ruimtelijke ontwikkelingen in het plangebied nog niet duidelijk. Dit is een aandachtspunt voor de nadere uitwerking. Verder vraagt de Commissie speciale aandacht voor het ontwerp van het knooppunt Badhoevedorp en uitwerking van mitigerende en compenserende maatregelen, gericht op ontwikkeling van de Groene As en het Groene Carré

Samenstelling van de laatste werkgroep

ir. Hans Huizer

drs. Allard van Leerdam

prof.dr. Henk Meurs

drs. Gerrit de Zoeten

voorzitter

ir. Niek Ketting

werkgroepsecretaris

drs. Pieter Jongejans

Projectinformatie

Bevoegd gezag

Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Initiatiefnemer

Rijkswaterstaat

Laatste advies uitgebracht op

2 juli 2009