De Gasunie is van plan ongeveer tien cavernes voor de opslag van gas in een zoutkoepel aan te leggen. De cavernes waren oorspronkelijk gepland bij Onstwedde; sindsdien is het plan gewijzigd en zouden de cavernes worden aangelegd door de AKZO bij Veendam. Bij de uitloging, en de vulling met gas komen grote hoeveelheden pekelwater vrij. Dit kan oplopen tot maximaal 3000 m3/uur met een zoutgehalte van 3000 kg/m3. Voor de lozing op de Eems is een vergunning ingevolge de Wvo nodig.
Hoofdpunten uit het advies
Aangezien vooral de lozingen van het zoute water belangrijke nadelige milieueffecten kunnen veroorzaken is het richtlijnenadvies daartoe beperkt. In het toetsingsadvies uitte de Commissie haar twijfels over de in het MER aangegeven tijdsdruk en planning. Het MER ging ervan uit, dat al het zoute water geloosd zou moeten worden.
In de toetsingsfase werd echter bekend, dat met Akzo een overeenkomst was gesloten, waardoor een deel van de pekel bij Akzo zou kunnen worden bewerkt. Het MER beschreef dus een worst case situatie.
Begin 1990 heeft de Gasunie bekend gemaakt dat het voorlopig niet nodig zou zijn om cavernes te maken voor de opslag van gas. Rijkswaterstaat heeft vervolgens bij brief van 9 april 1990 aan de Gasunie meegedeeld de voortgang van de vergunningprocedure (voorlopig) op te schorten.