het meestoken van secundaire brandstoffen in kolengestookte eenheid 12 te Borssele. Naar verwachting zal 600 kton secundaire brandstof per jaar meegestookt worden voor de productie van elektriciteit en warmte. Dit zal leiden tot een kolenverdringing van ongeveer 25-30% op energiebasis. Ook zullen benodigde mee- en bijstookvoorzieningen worden gerealiseerd, zoals een shredderinstallatie, een drooginstallatie en een gecombineerde opslag- en doseerinstallatie.
Hoofdpunten uit het advies
In het richtlijnenadvies is in overleg met het bevoegde gezag een aparte gezondheidsparagraaf opgenomen in het kader van een experiment van de Commissie. Hiermee wordt bekeken of gezondheidsaspecten een meer consistente en geïntegreerde plaats in het MER kunnen krijgen. Gelijktijdig met het uitbrengen van dit advies is ook een richtlijnenadvies uitgebracht voor een MER voor een gelijksoortig voornemen in de electriciteitscentrale van EPZ te Geertruidenberg. Tijdens de toetsing van het MER heeft de Commissie een aantal esentiële tekortkomingen geconstateerd (geluid, emissies, energie, mma en afval), waarvoor een aanvulling op het MER is geleverd. De Commissie is van mening dat met het MER inclusief de aanvulling voldoende informatie voor de besluitvorming beschikbaar is gekomen.
De electriciteitscentrale in Borssele beschikt al sinds april 2000 over een vergunning voor de verwerking van biomassa. Hiervoor is in een eerder stadium ook een m.e.r. procedure doorlopen (zie bijzonderheden van project 945).