De initiatiefnemer is van plan klasse-IV bag gerspecie, waaronder specie die binnen het Besluit aan wijzing gevaarlijke afvalstoffen (BAGA+specie) valt, in het bestaande baggerdepot de Slufter te gaan storten. Verder bestaat het voornemen aanvullend uit het scheiden van zand uit baggerspecie van klasse II, III en IV (inclusief BAGA + specie) met behulp van (een com binatie van) een sedimentatiebekken en/of hydrocyclonage. Voor deze zandscheiding bestaat reeds een proefproject. De maximale verwerkingscapaciteit op jaarbasis zal naar verwachting 300.000 m3 baggerspecie gaan bedragen.
Hoofdpunten uit het advies
De gemeente Westvoorne heeft zich via een beroep bij de Raad van State verzet tegen berging van klasse-4 slib in de Slufter, nu de speciaal voor dat zwaar verontreinigde slib gemaakte zogeheten Papegaaienbek vol was. In de beroepsprocedure van februari 2001 voerde de gemeente onder andere aan dat de milieueffecten van de berging van dit zwaar vervuilde slib in de Slufter, zoals grondwaterverontreiniging en stankoverlast, onvoldoende zouden zijn onderzocht
Op 27 februari 2001 werd de uitspraak van de Raad van State gepubliceerd; deze vond de gedetailleerde uitwerking van de classificatie van baggerspecie waarop de vergunning was gebaseerd, niet helder toegelicht; de Raad vond dan ook dat deze uit de vergunning moest worden geschrapt. Het klasse-4 slib mocht van de Raad van State niet naar de Slufter. Andere bezwaren die tegen de vergunning waren ingebracht werden door de Raad verworpen. Zo vond de Raad het niet nodig om een nieuw MER voor de Slufter op te stellen. Ook vond de Raad het niet nodig om de Slufter te sluiten omdat dat in 1984 de gedachte was; er is inmiddels voor een langere periode capaciteit beschikbaar vanwege verbeterde slibverwerkingsmethoden en die mogen dan worden gebruikt, aldus de Raad.