462

C3-deponie (chemisch afval) Loswalweg te Rotterdam

Het gaat om een uitbreiding en wijziging van de bestaande inrichting aan de Loswalweg te Rotterdam. 

 

 

Hoofdpunten uit het advies

In haar toetsingsadvies wijst de Commissie met name op twee essentiële onzekerheden, namelijk over de te verwachten percolaatsamenstelling en ten aanzien van de verdiepte aanleg van nog te realiseren stortcompartimenten, waarbij zou worden geanticipeerd op onzekere grondwaterstanddalingen en niet zonder meer aan de droogleggingseis zou worden voldaan. Beide punten staan in relatie met de te kiezen vorm van de onderafdichting. Omdat deze onzekerheden niet op korte termijn door aanvullende informatie kunnen worden weggenomen, zal volgens de Commissie besluitvorming vooralsnog op basis van bestaande informatie moeten plaatsvinden. Op basis van monitoringgegevens van de feitelijke percolaatsamenstelling en grondwaterstand bij de aanleg van nieuwe compartimenten kan volgens de Commissie alsnog gefundeerd worden gekozen voor een (afwijkende) inrichtingsvariant van de onderafdichting. Uit het Wm-besluit blijkt dat de gedachte onderafdichting wordt uitgebreid met een intern controlesysteem. Ook zal eerst de werkelijke grondwaterstand worden gemonitord voordat op basis daarvan nieuwe compartimenten worden aangelegd. In essentie zijn de punten van het toetsingsadvies in het besluit overgenomen. Er is afgezien van gezamenlijke bekendmaking van de Wm- en Wvo-beschikkingen. De Wvo- vergunning is alsnog in februari 1997 verleend. 

 

 

Samenstelling van de laatste werkgroep

ing. Eenkema

ir. Evert Mulder

ir. van der Valk

voorzitter

prof. dr. ir. Dick de Zeeuw

werkgroepsecretaris

ir. Romke Seijffers

Projectinformatie

Bevoegd gezag

Provincie Zuid-Holland, Rijkswaterstaat

Initiatiefnemer

Verwerking Bedrijfsafvalstoffen Maasvlakte (VBM)

Laatste advies uitgebracht op

20 april 1995