297

Uitbreiding filterpers- en rioolwaterzuiveringsinstallatie Heerenveen

In eerste instantie was de m.e.r.-procedure gestart in verband met het plan om de filterpers installatie uit te breiden. Naderhand is daarbij de uitbreiding van de rioolwaterzuiveringsingsinstallatie betrokken. 

 

 

Hoofdpunten uit het advies

Tijdens de adviesperiode voor de richtlijnen werd de Commissie duidelijk dat de provincie ook overwoog om in de lopende m.e.r.-procedure de naastgelegen rioolwaterzuiveringsinstallatie te betrekken. In afwachting van nader bericht heeft de Commissie haar advies opgeschort. Nadat een aanvullende bekendmaking was geplaatst bracht de Commissie op 9 november 1990 haar advies voor richtlijnen uit. 

In het toetsingsadvies achtte de Commissie het MER toereikend voor de verder besluitvorming. Ontbrekende aspecten konden verder bij de vergunningverlening en de evaluatie achteraf worden betrokken. Die aspecten hadden betrekking op de monitoring van emissies naar de lucht, lozingen op het oppervlaktewater, procedures bij storingen en risico’s bij vervoer van chemicaliën. Ook zouden op die manier de mogelijkheden kunnen worden beschouwd voor de uitbreiding van vervoer van zuiveringsslib per schip. Het toetsingsadvies vermeldde tevens een aantal; onjuistheden en onvolledigheden in het MER zonder gevolgen voor de verder besluitvorming.

In de vergunning is een onderdeel over evaluatie opgenomen. Hierin wordt gesteld, dat na vijf jaar inzicht moet worden gegeven in de luchtverontreiniging (inclusief geur), de effecten van transport per schip en de effecten van het gebruik van polymeren.

 

 

Samenstelling van de laatste werkgroep

ir. Wil van Duijvenbooden

prof. dr. ir. Rulkens

ir. van der Vlies

voorzitter

dr. Jacques de Smidt

werkgroepsecretaris

mr. Rolf-Jan Sielcken

Projectinformatie

Bevoegd gezag

Fryslan

Initiatiefnemer

Fryslan