ECLI:NL:RVS:2009:BJ7183

Betreft Buitengebied Markelo
Datum uitspraak 09-09-2009
Rechtsprekende instantie  Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig
Trefwoorden intensieve veehouderij, buitengebied, revisievergunning, Markelo, plan-m.e.r., maximale mogelijkheden
Bronnen vindplaats

Zaaknummer 200802966/1/R1
JM 2009, 141 met noot Van Velsen
Toets 2009, 4 (p. 11)

Conclusies voor de m.e.r. praktijk

  • Bij het beoordelen van de m.e.r.-plicht en bij het opstellen van een MER moet uitgegaan worden van hetgeen maximaal mogelijk wordt gemaakt.
  • In dit geval maakt het plan meer mogelijk dan de reeds verleende revisievergunning waarvoor een besluit-MER is gemaakt. Op grond van het bestemmingsplan kunnen namelijk meer bouwlagen gebouwd worden, terwijl de revisievergunning slechts één bouwlaag mogelijk maakt. Het plan is daarmee kaderstellend voor toekomstige besluit-m.e.r.-plichtige uitbreidingen. Het plan is dus plan-m.e.r.-plichtig.
  • Het besluit-MER kan in dit geval niet gebruikt worden als plan-MER: de gevolgen van het totale plan zijn daarin onvoldoende onderzocht.

Casus

Het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel (GS) heeft besloten over de goedkeuring van het door de gemeenteraad van Hof van Twente vastgestelde bestemmingsplan “Buitengebied 1997 Markelo, herziening Groningerveldweg 2a, Markelo”. Tegen dit besluit hebben belanghebbenden beroep ingesteld. Zij voeren aan dat er bij de voorbereiding van het bestemmingsplan een plan-MER gemaakt had moeten worden en dat niet volstaan kon worden met het eerder gemaakte besluit-MER.
Het plan voorziet in een agrarisch bouwvlak ten behoeve van een uitbreiding van een ter plaatse bestaande varkenshouderij. Voor de gewenste uitbreiding is reeds een Wm-revisievergunning verleend die in rechte onaantastbaar is. Voor de vergunning is al eerder een besluit-MER gemaakt.

Overwegingen van de bestuursrechter
Niet in geschil is dat het plan de voornoemde besluit-MER plichtige activiteit mogelijk maakt. Het college van GS heeft in navolging van de gemeenteraad het standpunt ingenomen dat het besluit-MER dat voor de revisievergunning is gemaakt, ook als plan-MER kan dienen. Daarmee hebben college en raad niet onderkend dat het bestemmingsplan een uitbreiding van de bestaande stallen met meer dan één bouwlaag toelaat. Het besluit-MER en de revisievergunning zien slechts op één bouwlaag. Het plan vormt dus in ieder geval een kader voor toekomstige revisievergunningen voor verdere uitbreiding. Bij de voorbereiding van het bestemmingsplan had dus een plan-MER gemaakt moeten worden. Door gebruik te maken van het besluit-MER zijn de gevolgen voor de landschappelijke waarden van de omgeving en voor het natuurgebied De Borkeld onvoldoende onderzocht. Dit geldt ook voor de gevolgen voor geurhinder, geluidhinder en verkeershinder.

Uitspraak
De Afdeling verklaart het beroep gegrond.