1905. Capaciteitsvergroting N279 's-Hertogenbosch-Veghel

De provincie Noord-Brabant wil de capaciteit op de N279 tussen ’s-Hertogenbosch (A2) en Veghel (A50) vergroten. Hiervoor is een Provinciaal Inpassingsplan (PIP) met een MER opgesteld. De Commissie concludeert dat de essentiële informatie voor de besluitvorming aanwezig is in het MER en de aanvulling daarop. Met deze aanvullende informatie kan een besluit over het PIP en het voorkeursalternatief 80 km/uur worden genomen.

Procedure en adviezen

Richtlijnen
13-04-2007 Datum kennisgeving
13-04-2007 Ter inzage legging van de informatie
07-06-2007 Advies uitgebracht
Advies voor richtlijnen
Tussentijdse toetsing
24-02-2012 Datum kennisgeving
24-02-2012 Ter inzage legging van de informatie
01-03-2012 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.
14-06-2012 Advies uitgebracht
Tussentijds toetsingsadvies
Toetsing
19-12-2012 Kennisgeving MER
19-12-2012 Ter inzage legging MER
02-01-2013 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.
23-04-2013 Voorlopig advies uitgebracht
Voorlopig toetsingsadvies
Toetsing aanvulling op het MER
29-05-2013 Advies uitgebracht
Toetsingsadvies

Opmerkingen bij de advisering

Toetsingsadvies aanvulling op het MER
De Commissie adviseerde een aanvulling op het MER op te stellen, omdat essentiële informatie over verkeersdoelstelling, de keuze van de alternatieven en de effecten op Natura 2000-gebieden ontbrak. De Commissie concludeert nu dat de essentiële informatie voor de besluitvorming aanwezig is in het MER en de aanvulling daarop. Met deze aanvullende informatie kan een besluit over het provinciaal inpassingsplan (PIP) over het voorkeursalternatief 80 km/uur worden genomen.

De aanvulling beschrijft hoe gedurende het project het inzicht in de toetscriteria verkeer is gewijzigd. De toetsing aan de trajectsnelheid en robuustheid van de weg hebben een prominentere rol gekregen, daardoor wordt ook de keuze voor het voorkeursalternatief verklaard. De Commissie constateert dat door het strikt hanteren van de trajectsnelheid norm van 60 km/uur, de keuze automatisch valt op de ongelijkvloerse alternatieven.

De aanvulling gaat ook in op de stikstofdepositie op de Natura 2000-gebieden Bossche Broek en Vlijmens Ven en Moerputten. Daaruit blijkt dat de toename van stikstofdepositie op Bossche Broek voornamelijk wordt veroorzaakt door een toename van het verkeer op de N279. De verkeerstoename op de A2 als gevolg van het project N279 is bij de meeste alternatieven gering.

De huidige kwaliteit van de habitattypen in de Natura 2000-gebieden is goed tot matig en de trend is positief tot neutraal, dit wordt mede veroorzaakt door maatregelen die al worden uitgevoerd. Daarmee acht de Commissie aangetoond dat negatieve gevolgen van stikstofdepositie niet zijn te verwachten. De mitigerende maatregelen zoals in de aanvulling beschreven kunnen dit positieve effect nog verder versterken.

 

Tussentijdse toetsingsadvies concept-MER
De Commissie signaleerde in het concept-MER een aantal tekortkomingen en adviseert deze in het definitieve MER verder uit te werken. Daarnaast is de informatie in de documenten die ter inzage zijn gelegd niet consistent verwerkt, ook dit kan in de definitieve documenten worden verbeterd.

 

De Commissie adviseerde in het definitieve MER aandacht te besteden aan:

  • De probleem- en doelstelling, maak expliciet duidelijk wat de problemen op de N279 en in het plan- en studiegebied zijn.
  • Trechtering van de alternatieven, maak inzichtelijk hoe toetscriteria en milieueffecten een rol hebben gespeeld in de trechtering tot een voorkeursalternatief.
  • De beschrijving van milieueffecten, met specifiek aandacht voor:
    • de beschrijving van de huidige situatie op basis van een actueel basisjaar
    • consistent gebruik van het referentiejaar
    • de effecten op Natura 2000 van atmosferische depositie
  • Natuurcompensatie en landschappelijke inpassing.
  • De koppeling met de ontwikkelingen het ‘Dynamisch Beekdal de Aa’ en de verbreding van de Zuid Willemsvaart.

 

 

Richtlijnenadvies
Als hoofdpunten voor het MER merkt de Commissie aan:

 

 

  • Een waar mogelijk gekwantificeerde onderbouwing van de geschetste verkeersproblemen. 
  • Het zoeken naar gebiedsintegrale oplossingen. Geef per alternatief de ruimtelijke koppeling aan met projecten, zoals de waterbergings- en natuurontwikkelingsprojecten in het Aa-dal.
  • Onderzoek naar alternatieven in de vorm van
    • een driestrooksweg,
    • een stroomweg met 2x2 rijstroken, 100 km/h en gelijkvloerse kruisingen
    • een stroomweg met 2x2 rijstroken, 80 km/h en ongelijkvloerse kruisingen.

 

Klik hier voor jurisprudentie over dit project.

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

ir. Hans Huizer
drs. ing. Tjitte Prins
drs. Klaas-Jan Wardenaar

Voorzitter: mr. Frans Evers
Werkgroepsecretaris: drs. Roel Meeuwsen

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Provincie Noord-Brabant

Bevoegd gezag
Provincie Noord-Brabant

Overige gegevens

Gebied: Nederland, provincie Noord-Brabant


Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
008 Plan-m.e.r. en besluit-m.e.r. (oud, niet meer invullen)
C01.5 tot 1-4-2011: Verbreding van auto(snel)weg of andere weg >= 10km, of ombouw andere weg tot auto(snel)weg

Bijgewerkt op: 10 jul 2018