ECLI:NL:RVS:2018:758

Betreft Omgevingsvergunning aardgaswinning Wapse
Datum uitspraak 07-03-2018
Rechtsprekende instantie  Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Proceduresoort Hoger beroep
Trefwoorden aardgas, drempelwaarde, aardgaswinning, Wapse, capaciteit, installaties
Bronnen vindplaats

Zaaknummer 201700806/1/A1

Conclusies voor de m.e.r. praktijk

  • De drempelwaarde van categorie C17.2 van de bijlage bij het Besluit m.e.r. mag worden ingevuld met de volume-eenheid Nm3, dat wil zeggen het volume bij een temperatuur van 0° C en een druk van 1 atmosfeer.

  • Als de drempelwaarde uitgaat van een bepaalde hoeveelheid aardgaswinning per dag en niet van de technische capaciteit van de installatie, is de technische capaciteit niet relevant voor het bepalen van de m.e.r.-plicht.

  • Het maakt niet uit dat in een aanmeldingsnotitie verkeerde gegevens, zoals afstand tot een Natura 2000-gebied staan, zolang het bevoegd gezag in de m.e.r.-beoordeling zelf van de juiste gegevens uitgaat.

Casus

Op 15 juni 2015 heeft de minister van Economische Zaken een omgevingsvergunning eerste en tweede fase aan Vermilion Oil & Gas Netherlands verleend voor de winning van aardgas nabij Wapse. Met de vergunning kan een bestaande proefboorinstallatie worden omgebouwd tot een gaswinningsinstallatie.

M.e.r.-plicht
De minister en vergunninghouder zijn van mening dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat een milieueffectrapport verplicht was voordat de vergunning verleend kon worden. Volgens hen is de rechtbank er ten onrechte van uitgegaan dat met m3 in categorie C17.2 van de bijlage bij het Besluit m.e.r. de volume-eenheid standaard m3 wordt bedoeld (Sm3; het volume van gas in kubieke meter bij een temperatuur van 15° C en een druk van 1 atmosfeer). Zij menen dat m3 gelezen moet worden als normaal m3 (Nm3; het volume gas in kubieke meter bij een temperatuur van 0° C en een druk van 1 atmosfeer). Volgens hen zijn zowel Smals Nm3 gangbare eenheden. Daarbij komt dat Nm3 als eenheid in de Mijnbouwregeling wordt gehanteerd.

M.e.r.-beoordeling
Appellant betoogt dat de minister ten onrechte heeft besloten dat een MER niet nodig is. Hij wijst er op dat de activiteit maar net onder de C17.2 drempel valt. Daarbij komt dat de installatie een grotere technische capaciteit heeft dan de aangevraagde hoeveelheid. Ook meent hij dat de afstand tot het Natura 2000-gebied in de aanmeldingsnotitie onjuist is.

Overwegingen van de bestuursrechter

m.e.r.-plicht
De Afdeling constateert dat volgens categorie C17.2 van de bijlage bij het Besluit m.e.r. een m.e.r. verplicht is als meer dan 500.000 m3 aardgas per dag wordt gewonnen. Noch in het Besluit m.e.r. noch in de toelichting bij het Besluit m.e.r. staat van welke eenheid Nm3 moet worden uitgegaan. Omdat het volume van het gas afhankelijk is van druk en temperatuur is een nadere invulling van de eenheid nodig. Nu dit niet is gedaan in het Besluit m.e.r., kon de minister uitgaan van Nm3, ook omdat die eenheid wordt gebruikt in de Mijnbouwregeling en het Activiteitenbesluit milieubeheer. Volgens de Afdeling heeft de rechtbank ten onrechte anders geoordeeld.

Voor het toetsen aan de drempelwaarde van 500.000 m3 per dag is niet relevant hoe groot de capaciteit van de installatie is. Het gaat bij categorie C17.2 om een bepaalde hoeveelheid per dag en niet om de technische capaciteit van de installatie. De definitie van ‘capaciteit’ in onderdeel A van de bijlage bij het Besluit m.e.r. is daarom niet relevant. Daarom hoeft geen rekening te worden gehouden met een redelijkerwijs binnen afzienbare tijd voorziene uitbreiding van de capaciteit.

M.e.r.-beoordeling
Ook als het project net onder de drempelwaarde blijft, is het nog niet m.e.r.-plichtig. De technische capaciteit van de installatie leidt ook niet tot een m.e.r.-plicht, gelet op de aanvraag van 480.000 Nm3 gas per dag. Die hoeveelheid moest beoordeeld worden.

Uit het deskundigenbericht volgt dat in de aanmeldingsnotitie weliswaar een verkeerde afstand tot het Natura 2000-gebied is genoemd, maar dat de minister in zijn m.e.r.-beoordeling wel van de juiste afstand is uitgegaan en de effecten op de juiste wijze heeft beoordeeld. Het deskundigenbericht onderschrijft de conclusie van de minister dat een milieueffectrapport niet nodig is.

Uitspraak
De Afdeling verklaart het hoger beroep van de minister en de vergunninghouder gegrond en het hoger beroep van appellant ongegrond.