599. Tienjarenprogramma 1995 - 2005 (TJP2) van het Afvaloverlegorgaan (AOO)
Het TJP.A-95 heeft tot doel besluiten te programmeren die van 1995 tot 1998 moeten worden genomen, of moeten worden uitgevoerd, om de continuïteit en doelmatigheid van de afval(-eind)verwijdering in nationale context te verzekeren. In het TJP.A-95 zullen op basis van verschillende aanbodscenario's de benodigde eindverwerkingscapaciteit en GFT-verwerkings capaciteit worden beschreven. Het MER richt zich bovendien op een vergelijking van verschillende verwerkingstechnieken uit milieuoogpunt. Verder wordt ernaar gestreefd het MER een meerwaarde te geven als milieuachtergronddocument voor besluiten over afvalverwerking door lagere overheden.
Procedure en adviezen
Richtlijnen |
---|
14-03-1994 Datum kennisgeving |
14-03-1994 Ter inzage legging van de informatie |
30-05-1994 Advies uitgebracht |
Toetsing |
27-04-1995 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
27-04-1995 Kennisgeving MER |
27-04-1995 Ter inzage legging MER |
24-08-1995 Toetsingsadvies uitgebracht |
Opmerkingen bij de advisering
Dit MER onderscheidt zich van andere MER'en door het gebruik van een nieuwe methode voor het in beeld brengen van milieueffecten ten behoeve van strategische besluitvorming: de levenscyclusanalyse (LCA). In haar richtlijnenadvies onderschrijft de Commissie de keuze voor deze methode, omdat het instrument een aantal belangrijke voordelen biedt boven meer traditionele methoden. Daarbij wordt echter wel aangegeven dat ruim aandacht zal moeten worden geschonken aan onzekerheden die kunnen voortvloeien uit gebruik van dit relatief nieuwe instrument.In het toetsingsadvies stelt de Commissie vast dat met het toepassen van het instrument LCA op deelgebieden vernieuwend werk is geleverd en een aantal waardevolle nieuwe inzichten zijn verkregen. Bij de toepassing van de LCA-methodiek constateert de Commissie ook enkele onzekerheden en onvolkomenheden, die een deel van de in het MER getrokken conclusies onzeker maken.
Verder wordt aangegeven dat het AOO bij het opstellen van het MER naar de mening van de Commissie een te strikt kader heeft gehanteerd. De Commissie duidt hierbij op het strikt hanteren van de ladder van Lansink, de taakstellingen op het gebied van preventie en hergebruik, het als niet-realistisch aanmerken van vervroegde afschrijving van verbrandingscapaciteiten, het niet uitwerken van een aanbodscenario dat verder gaat dan de taakstellingen en het onvoldoende leggen van een relatie tussen het realiseren van hergebruikstaakstellingen en te programmeren scheidingscapaciteit. Hoewel het, gelet op de wettelijke en beleidsmatige kaders waarbinnen het AOO opereert, voor de hand ligt om deze uitgangspunten te gebruiken, leidt dit volgens de Commissie ertoe, dat een aantal in de praktijk mogelijke ontwikkelingen en onzekerheden in het MER onvoldoende worden belicht.
Concluderend stelt de Commissie vast dat het MER voldoende informatie bevat voor de in het TJP.A-95 vast te stellen besluiten, maar dat ten behoeve van het gebruik van het MER door lagere overheden het MER zou moeten worden aangevuld. In deze aanvulling zouden milieuconsequenties en onzekerheden die voortvloeien uit het gehanteerde kader en de LCA inzichtelijk moeten worden gemaakt. Lagere overheden dienen bij planvorming en vergunningverlening, voor zover het gaat om keuzen tussen verschillende eindverwerkingstechnieken, na te gaan in hoeverre de informatie uit het MER aanvulling behoeft.
In het vastgestelde TJP.A-95 zijn de door de Commissie gevraagde aanvullingen niet opgenomen. In de inleiding van het programma stelt het AOO dat de driejaarlijkse herziening van het TJP.A hiervoor een goede mogelijkheid biedt. Verder onderschrijft het AOO dat lagere overheden bij het maken van keuzen tussen eindverwerkingstechnieken de behoefte aan aanvullende informatie moeten bezien.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
ir. Ansems |
drs. Blonk |
ir. Boonzaaijer |
ir. van Duin |
drs. Lindeijer |
ir. van der Ven |
ir. Jan Wardenaar |
Voorzitter: ing. Emile Mastenbroek
Werkgroepsecretaris: drs. Rob Verheem
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Afvaloverlegorgaan |
Bevoegd gezag |
---|
Afvaloverlegorgaan |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, niet provinciaal ingedeeld gebied
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
002 | Vrijwillige m.e.r. |
Bijgewerkt op: 11 feb 2019