562. Vuilstortplaats Braambergen te Almere

Het voornemen betrof de aanleg van een vuilstortplaats met een capaciteit van ongeveer 1,75 miljoen m3. Op het terrein van de vuilstortplaats zou tevens een depot voor klein gevaarlijk afval en een inrichting voor overslag van groente-, fruit- en tuinafval gevestigd worden.   

Procedure en adviezen

Richtlijnen
27-10-1993 Datum kennisgeving
27-10-1993 Ter inzage legging van de informatie
28-12-1993 Advies uitgebracht
Advies voor richtlijnen
Advies voor richtlijnen E
Toetsing
20-07-1994 Kennisgeving MER
20-07-1994 Ter inzage legging MER
Toetsing a
26-04-1995 Kennisgeving MER
26-04-1995 Ter inzage legging MER
27-04-1995 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.
Toetsingsadvies
Toetsing b
24-07-1995 Toetsingsadvies uitgebracht

Opmerkingen bij de advisering

Het MER betreft zowel de reeds afgewerkte delen van het stort als de nu in gebruik zijnde en in de toekomst in gebruik te nemen gedeelten. Tijdens de adviestermijn werd overslag van GFT-afval en exploitatie van een KCA-depot toegevoegd aan het voornemen. 

De Commissie was van oordeel dat geen van de in het MER beschreven alternatieven als reëel kon worden beschouwd en dat de beschrijving van de emissies tekortschoot. Op verzoek van bevoegd gezag werd het toetsingsadvies aangehouden teneinde de op 1 februari 1995 te verstrekken aanvullende informatie bij toetsing en beoordeling van de vergunningaanvraag te kunnen betrekken. De in het aangevulde MER opgenomen informatie was naar het oordeel van de Commissie onvoldoende voor besluitvorming omdat met name de beheersbaarheid van het bestaande stort niet werd aangetoond. Zij adviseerde het MER op dit onderdeel aan te vullen.

Een aanvulling werd opgesteld en is door de Commissie bij de toetsing betrokken. De Commissie achtte het MER met de aanvullingen voldoende voor de besluitvorming.

In 1996 schorste de Raad van State de Aw-vergunning. In een bodemprocedure zou beoordeeld moeten worden in hoeverre het afvalaanbod de aanleg van nieuwe stortvakken zou vereisen. Medio 1998 eiste Afvalzorg Deponie, de beoogde exploitant van de stortplaats, in een spoedprocedure het terugdraaien van de schorsing.

 

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

ir. Wil van Duijvenbooden
ing. Thoonen

Voorzitter: prof. dr. ir. Dick de Zeeuw
Werkgroepsecretaris: ing. Reinoud Post

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Almere
Rijkswaterstaat

Bevoegd gezag
Provincie Flevoland
Heemraadschap Fleverwaard

Overige gegevens

Gebied: Nederland, provincie Flevoland


Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
C18.5 tot 1-4-2011: Niet-gevaarlijk afval (m.u.v. baggerspecie): storten of in de grond brengen >= 500.000m3

Bijgewerkt op: 31 aug 2007