Met een aantal wijzigingen in de kernenergiecentrale Borssele wil de EPZ de veiligheid van de centrale zodanig verhogen, dat deze voldoet aan de laatste, internationaal erkende inzichten op het gebied van de nucleaire veiligheid.
Hoofdpunten uit het advies
Het MER is een goede basis voor de besluitvorming. Er is belangrijke leemte in kennis betreffende de toe te passen technologie voor waterstofbeheersing in geval van calamiteiten. Besluitvorming over deze voorgenomen maatregel is pas mogelijk na afronding van onderzoek. De Commissie wijst in het advies op het belang van goede voorlichting aan het publiek, onder andere door middel van m.e.r., over maatschappelijk gevoelige activiteiten zoals nucleaire installaties. Het MER is te weinig toegankelijk om deze doelstelling volledig te realiseren.
Voor het uitvoeren van de modernisering op een economisch rendabele wijze was een verlenging van de bedrijfstijd van de centrale nodig van 2004 tot 2007. Deze bedrijfstijdsverlenging is opgenomen in het Elektriciteitsplan 1995 – 2004 en besproken in de Tweede Kamer op 30 juni 1994. De minister van Economische Zaken heeft op dat moment de Tweede Kamer toegezegd dat het nieuwe kabinet met een nadere afweging zou komen over de levensduur van de centrale en de relatie met de technische veranderingen van de centrale. De vergunning voor de modernisering is in augustus 1994 verleend met verwijzing naar de discussie in de Tweede Kamer die nog moest plaatsvinden. In november 1994 heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen die stelt dat de bedrijfstijd van Borssele niet mag worden verlengd van 2004 tot 2007. Het kabinet heeft daarop besloten opnieuw opties te gaan onderzoeken, in overleg met de SEP, waaronder de optie de centrale open te houden tot 2004 en tegelijkertijd te moderniseren op economisch rendabele wijze.