3779. Nationaal Programma Ruimte voor Defensie
Defensie groeit en heeft meer ruimte nodig voor onder andere oefenen, trainen en opslag van munitie en materieel. In het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD) wil Defensie voor 57 zogenoemde behoeften ruimte vastleggen. De milieugevolgen daarvan zijn onderzocht in een milieueffectrapport (MER). De staatssecretaris van Defensie heeft de Commissie mer gevraagd het MER te toetsen.
Procedure en adviezen
| Reikwijdte en detailniveau |
|---|
| 18-12-2023 Adviesaanvraag bij de Commissie mer |
| 29-05-2024 Advies reikwijdte en detailniveau uitgebracht |
| Advies reikwijdte en detailniveau |
| Persbericht |
| Toetsing |
| 04-04-2025 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
| 28-10-2025 Toetsingsadvies uitgebracht |
| Toetsingsadvies |
| Persbericht |
Opmerkingen bij de advisering
ToetsingsadviesDe complexe opgave is in het MER goed inzichtelijk gemaakt. Op veel onderdelen bevat het MER nuttige informatie van goede kwaliteit. De Commissie constateert dat op een aantal punten informatie nog niet compleet is. Dat is wel nodig. Veel plannen zullen ingrijpend gevolgen voor de leefomgeving hebben. Pas als dat beeld compleet is kan de minister een goede afweging maken.
Onder meer voor geluidseffecten, de gevolgen voor de Waddenzee en de natuur zijn vervolgonderzoeken nodig. Zo is voor stikstofdepositie de omvang van de problemen niet duidelijk en is onzeker of ze op te lossen zijn. Het MER stelt dat maatregelen om knelpunten op te lossen voldoende effectief zullen zijn, maar haalbaarheid en effectiviteit van de maatregelen zijn niet onderbouwd.
Daarnaast is het NPRD een onderdeel van de Ontwerp- Nota Ruimte waarin de samenhang met opgaven voor wonen, de energievoorziening en klimaatveiligheid worden uitgewerkt. Op dit moment is onduidelijk hoe het NPRD met deze en andere trajecten wordt afgestemd.
Tenslotte staat in het MER dat na het besluit over het NPRD nog vervolgonderzoeken nodig zijn naar bepaalde milieueffecten. De Commissie gaat er dan ook van uit dat Defensie rekening houdt met de uitkomsten van dit milieuonderzoek bij verdere uitwerking van de projecten, ongeacht de mogelijkheden die het Wetsvoorstel op de defensiegereedheid (Wodg) gaat bieden voor de vereenvoudiging van vergunningverlening. Hans Mommaas: 'We begrijpen dat in tijden van geopolitieke spanningen het milieubelang wellicht een andere plaats krijgt in politiek-maatschappelijke afweging. Desondanks blijft het van belang om daarbij milieugevolgen goed in beeld te houden".
Advies reikwijdte en detailniveau
Zijn keuzes vanuit milieu, natuur en andere ruimteclaims haalbaar en uitvoerbaar?
Defensie hanteert een gefaseerde aanpak bij het opstellen van het rapport. De eerste stap is onderzoeken of en waar ruimte beschikbaar is. De Commissie vraagt hier om meer aandacht voor milieu, natuur en concurrerende ruimteclaims zoals nieuwe woonwijken, het Deltaprogramma en de energietransitie.
Hoe kunnen negatieve effecten worden beperkt?
Voor het uiteindelijke milieueffectrapport is het nodig explicieter vanuit het milieubelang, inclusief de leefomgeving, naar de keuzes van Defensie te kijken. Hierdoor ontstaat ook de ruimte om te komen tot mogelijke ‘win-win’ oplossingen en om ernstige hinder van de militaire luchtvaart te beperken.
Hans Mommaas voorzitter van de Commissie mer: “Iedereen snapt dat je geen laagvliegroutes boven steden als Rotterdam of Groningen moet inplannen. Maar in de afweging waar dan wél, moet je de gevolgen voor het milieu en leefomgeving nadrukkelijker meewegen. Dat is onze boodschap.”
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
| prof. dr. Rien Aerts |
| ing. Christiaan Dahrs |
| drs. Jan van Dalfsen |
| dr. Roeland During |
| ir. Frank Elbers |
| mr. dr. Annelies Freriks |
| dr. Hans Hooyberghs |
| dr. Jeroen Hubert |
| Ir. Ing. Ferry Koopmans |
| Margo Meeuwissen, MSc |
| dr. Valérie Reijers |
| Em. Prof. Dr. Dick Simons |
| mr. dr. Marcel Soppe |
| capt. Harry Tabak, MSc. BSc. BASc |
| ing. Rob Vogel |
| mr. ing. Gijsbert Jan Vogelaar |
| dr. Fred Woudenberg |
| drs. Gerrit de Zoeten |
Voorzitter: dhr. prof. dr. ir. J.T. Mommaas, dhr. ir. C.T. Slingerland, dhr. ir. H.A.A.M. Webers
Werkgroepsecretaris: mw. M.S. Schuerhoff MSc, mw. mr. L.C. Geense, mw. drs. A. Lüchtenborg, mw. M.M.K. Vanderschuren MSc
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
| Initiatiefnemer |
|---|
| Staatssecretaris van Defensie |
| Bevoegd gezag |
|---|
| Staatssecretaris van Defensie en minister van BZK |
Overige gegevens
Gebied: Landelijk
Categorieën Bijlage V Omgevingsbesluit
| Code | Omschrijving |
|---|---|
| 007.1 | Plan-MER vanwege kaderstelling |
| 007.2 | Plan-MER vanwege passende beoordeling |
| J5 | Havens: een haven voor de binnenscheepvaart, een zeehandelshaven of een visserijhaven |
| J7 | Luchthavens |
Bijgewerkt op: 28 okt 2025