3644. Biobrandstoffeninstallatie Gunvor, Rotterdam
De milieueffecten van de biobrandstoffeninstallatie bij Gunvor Petroleum Rotterdam zijn nog niet goed beschreven. Dat zegt de Commissie voor de milieueffectrapportage in haar advies over het milieueffectrapport. Zo ontbreekt nog informatie over de effectiviteit van vergelijkbare installaties en technieken om emissies naar lucht en water terug te brengen. De provincie Zuid-Holland had de Commissie gevraagd de inhoud van het rapport te beoordelen.
Procedure en adviezen
Reikwijdte en detailniveau |
---|
11-03-2022 Adviesaanvraag bij de Commissie mer |
28-06-2022 Advies reikwijdte en detailniveau uitgebracht |
Advies reikwijdte en detailniveau |
Persbericht |
Toetsing concept milieueffectrapport |
15-09-2022 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
28-11-2022 Toetsingsadvies uitgebracht |
Voorlopig toetsingsadvies |
Persbericht |
Toetsing definitief milieueffectrapport |
19-01-2023 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
31-03-2023 Advies uitgebracht |
Toetsingsadvies |
Persbericht |
Toetsing milieueffectrapport en de aanvulling daarop |
15-07-2024 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
Opmerkingen bij de advisering
ToetsingsadviesDe Commissie toetst op dit moment de aanvulling op het MER.
Toetsingsadvies
Gunvor Petroleum Rotterdam wil een installatie bouwen voor het omzetten van plantaardige en dierlijke oliën en vetten naar biobrandstoffen. Deze installatie komt op het bestaande terrein van Gunvor in Europoort Rotterdam. Gunvor wil circa 700.000 ton biobrandstoffen per jaar produceren, zoals biodiesel en biokerosine. Voordat de provincie Zuid-Holland besluit over de benodigde vergunningen zijn eerst de milieugevolgen onderzocht in een milieueffectrapport.
In het definitieve milieueffectrapport is meer informatie gegeven over energiebesparing en restwarmtebenutting. Ook is nu voldoende duidelijk wat de referentiesituatie is. Hierdoor is nu beter in beeld wat de milieueffecten van de nieuwe fabriek zijn.
Er mist in het nieuwe rapport nog informatie over de werking van vergelijkbare installaties. Ook is onduidelijk in welke mate de gebruikte gom en bleekaarde gevaarlijke stoffen filteren. Dit is nodig voor een goed beeld van de uitstoot naar de lucht en de lozing van stoffen naar het water, zegt de Commissie. Ten slotte is er ook meer informatie nodig over de geurbelasting en de stikstofdepositie op natuur.
De provincie neemt het advies over. De initiatiefnemer vult het rapport aan en laat het daarna opnieuw beoordelen door de Commissie.
Voorlopig toetsingsadvies
Er mist in het rapport informatie over de werking en effectiviteit van vergelijkbare installaties. Dit is nodig om een goed beeld te krijgen van de uitstoot naar de lucht en de lozing van stoffen naar het water, zegt de Commissie. Ook zijn de milieugevolgen niet afgezet tegen de huidige situatie bij Gunvor (inclusief al vaststaande toekomstige ontwikkelingen) en mist een navolgbare milieubeoordeling.
De Commissie constateert verder dat op diverse milieuthema’s nog informatie mist. Zo is het nog onduidelijk welke combinatie van grond- en afvalstoffen de installatie gaat verwerken, en of daarin gevaarlijke stoffen zitten. Ook laat het rapport niet zien of alle mogelijkheden zijn onderzocht om energie te besparen en restwarmte te benutten.
De provincie neemt het advies over. De initiatiefnemer vult het rapport aan en laat het daarna opnieuw beoordelen door de Commissie.
Advies reikwijdte en detailniveau
Voor de biobrandstoffen worden plantaardige en dierlijke oliën en vetten gebruikt. Geef aan wat de mogelijke bandbreedte is in de aard en samenstelling van deze afval- en grond stoffen en laat zien hoe het productieproces in elkaar zit. Zo worden de milieugevolgen inzichtelijk, zegt de Commissie in haar advies.
De nieuwe installatie verbruikt energie en stoot CO2 uit. De Commissie adviseert om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn voor energiebesparing en CO2-reductie, nu en in de toekomst.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
ir. Arjen Brinkmann |
drs. Reinoud Kleijberg |
drs. Joost van der Pluijm |
ir. Paul van Vugt |
Voorzitter: ir. Harry Webers
Werkgroepsecretaris: Tom Ludwig, MA
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Gunvor Petroleum Rotterdam B.V. |
Bevoegd gezag |
---|
DCMR namens Provincie Zuid Holland |
Rijkswaterstaat |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Zuid-Holland
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
001.1 | Project m.e.r. uitgebreide procedure |
C18.4 | 2018: oprichting, wijziging of uitbreiding van installatie voor verbranding of chemische behandeling van >100 ton per dag niet-gevaarlijke afvalstoffen |
Bijgewerkt op: 25 sep 2024