De provincies Utrecht en Gelderland willen de Rijnbrug bij Rhenen aanpassen om verkeersproblemen op de N233 op te lossen. Hiervoor moet de brug verbreed worden en de op- en afritten aangepast. Voordat Provinciale Staten besluiten over het benodigde inpassingsplan worden de milieugevolgen onderzocht in een milieueffectrapport. Zij hebben de Commissie m.e.r. gevraagd te adviseren over de benodigde inhoud van het milieueffectrapport.
Hoofdpunten uit het advies
Advies reikwijdte en detailniveauDe N233 wordt door zowel lokaal als regionaal verkeer gebruikt, bijvoorbeeld als route tussen de A12 en de A15. Voor een goed onderbouwd besluit over de aanpassingen aan de Rijnbrug is het nodig de verkeersproblemen op en rondom de N233 goed in kaart te brengen. Dit bepaalt namelijk de te vergelijken alternatieven in het milieueffectrapport. Zo blijkt uit verkeerscijfers van de provincies al dat het verbreden van de brug een verkeersaantrekkende werking heeft, wat in de toekomst nieuwe knelpunten kan veroorzaken.
Hoewel de aanleiding voor het project een verkeerskundige is, zijn er diverse andere projectdoelen (onder andere leefmilieu en klimaat). De Commissie vraagt daarom in het rapport tenminste ook één alternatief te onderzoeken gericht op deze doelen.