2595. Zandhonger Oosterschelde

Door de bouw van de stormvloedkering is de getijstroming in de Oosterschelde afgenomen en het evenwicht tussen opbouw en afbraak van platen en slikken verstoord. Zonder ingreep zijn binnen 50 jaar vrijwel alle droogvallende platen en een groot deel van de slikken verdwenen. Dit fenomeen staat bekend als de zandhonger van de Oosterschelde en is nadelig voor natuur, hoogwaterveiligheid, visserij en recreatie. Het ministerie van IenM onderzoekt hoe het verlies van platen en slikken kan worden tegengegaan. Deze verkenning moet leiden tot een voorkeursaanpak die in een Structuurvisie wordt vastgelegd.

Procedure en adviezen

Reikwijdte en detailniveau
18-10-2011 Aankondiging start procedure
18-10-2011 Ter inzage legging van de informatie over het voornemen
24-10-2011 Adviesaanvraag bij de Commissie mer
23-01-2012 Advies reikwijdte en detailniveau uitgebracht
Advies reikwijdte en detailniveau
Toetsing
12-11-2013 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer
18-11-2013 Kennisgeving MER
19-11-2013 Ter inzage legging MER
20-01-2014 Toetsingsadvies uitgebracht
Toetsingsadvies

Opmerkingen bij de advisering

Toetsingsadvies
De Commissie vindt dat het MER de essentiële informatie bevat om een besluit te kunnen nemen over de Structuurvisie waarin het milieubelang volwaardig wordt meegewogen.
Uit de stukken blijkt hoe complex het verschijnsel zandhonger is. Desondanks komt overtuigend naar voren dat in de huidige omstandigheden suppletie van de platen met zand uit de Oosterschelde de enige haalbare en effectieve (hoofd)maatregel is om de zandhonger aan te pakken. De recente proefprojecten, alsmede de evaluatie en verslaglegging daarvan, hebben belangrijk bijgedragen tot vergroten van de kennis. Toch resteren er nog veel onzekerheden, niet alleen in morfologisch opzicht maar ook inzake de effecten op vogelpopulaties waarvoor instandhoudingsdoelen zijn geformuleerd. De Commissie ondersteunt daarom het voornemen om de ingrepen zorgvuldig te plannen, stapsgewijs aan te pakken en grondig te evalueren.

Advies reikwijdte en detailniveau
De Commissie beschouwt de volgende punten als essentiële informatie in het MER:

  • Duidelijkheid over de randvoorwaarden die gelden vanuit de Natura 2000 en hoogwaterveiligheid.
  • Een beschouwing van de morfologische en hydraulische ontwikkelingen van het Oosterschelde getijsysteem over een langere periode (systeembeschrijving).
  • Een navolgbare motivering van de reden waarom in het proces van trechtering eerder onderzochte maatregelen in het MER niet verder als alternatieven worden uitgewerkt.
  • Een navolgbare motivering van de alternatieven die in het MER wel aan de orde komen en van de wijze waarop ze tot stand zijn gekomen.
  • Een effectbeschrijving van de verschillende alternatieven voor morfologie, natuur, landschap, cultuurhistorie, hoogwaterveiligheid, klimaat en gebruiksfuncties.

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

dr. Janrik van den Berg
dr. ir. Zwanette Jager
dr. ir. Ruben Jongejan

Voorzitter: drs. Marieke van Rhijn
Werkgroepsecretaris: drs. Marja van Eck

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Bevoegd gezag
Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Ministerie van Economische Zaken

Overige gegevens

Gebied: Nederland, provincie Zeeland


Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
007.2 Plan-m.e.r. vanwege kaderstelling
D03.2 2011: waterkering, dijk

Bijgewerkt op: 31 mrt 2015