2195. Masterplan Kijkduin
De gemeente Den Haag werkt in het Masterplan Kijkduin de structuurvisie Den Haag 2020 verder uit voor Kijkduin. In dit Masterplan wordt onder meer wonen, recreatieve voorzieningen en een betere bereikbaarheid verder uitgewerkt.
Procedure en adviezen
Reikwijdte en detailniveau |
---|
18-02-2008 Advies uitgebracht |
25-11-2008 Adviesaanvraag |
11-12-2008 Datum kennisgeving |
11-12-2008 Ter inzage legging van de informatie |
Advies reikwijdte en detailniveau |
Toetsing planMER |
28-05-2009 Kennisgeving MER |
28-05-2009 Ter inzage legging MER |
14-07-2009 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
22-07-2009 Toetsingsadvies uitgebracht |
Toetsingsadvies |
Opmerkingen bij de advisering
De Commissie adviseert in het plan-milieueffectrapport in ieder geval aandacht te besteden aan:
- de vertaling van de ambities in concrete doelen;
- een landschapsecologisch raamwerk met daaruit volgend de kansen voor versterking van landschap en natuur en de veranderingen van de ruimtelijke inrichting van het plangebied; een onderbouwing of significant negatieve gevolgen te verwachten zijn van het plan op de Natura 2000-gebieden “Westduinpark en Wapenveld” en “Solleveld en Kapittelduinen”;
- een goede verkeersanalyse van zowel de huidige situatie, de autonome ontwikkelingen en de effecten door uitvoer van het Masterplan; het is van belang dat deze analyse in ieder geval ingaat op de interne en externe ontsluiting en parkeren.
Het plan-MER en het Masterplan geven op overzichtelijke wijze de ambities en effecten weer van de ontwikkelingen in Kijkduin. Ook de daaruit voortvloeiende (milieu)knelpunten zijn goed in beeld gebracht. Het MER en de samenvatting zijn prettig leesbaar.
De Commissie constateert dat de alternatieven in het Masterplan (Groene grens, Groene lijnen en Groene verbinding) niet direct zijn gekoppeld aan de alternatieven in het plan-MER (A, B en C). Dit geldt ook voor het voorkeursalternatief “Groene grens plus” in het Masterplan en het voorkeursalternatief uit de plan-MER. De bandbreedte van effecten is in voldoende mate in beeld gebracht.
De Commissie is van oordeel dat het plan-MER de gevolgen op natuur op hoofdlijnen voldoende inzichtelijk maakt. Het is de Commissie niet duidelijk of het Masterplan uiteindelijk ook daadwerkelijk past binnen de kaders van de Natuurbeschermingswet 1998. De mitigerende maatregelen, genoemd in de passende beoordeling, zijn niet opgenomen in het Masterplan. Daarnaast is er mogelijk een toename in stikstofdepositie op delen van de Natura 2000-gebieden, waardoor bij een reeds overbelaste situatie significant negatieve gevolgen niet zijn uit te sluiten. Dit kan in een volgende fase van de besluitvorming verder worden uitgewerkt.
De Commissie constateert dat ten aanzien van de verkeersveiligheid en parkeerdruk in het plangebied en de effecten op landschap nog nadere uitwerking nodig en mogelijk is.
De geadviseerde uitwerkingen voor natuur, verkeersveiligheid, parkeren en landschap kunnen plaatsvinden in het kader van de nog op te stellen bestemmingsplannen.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
drs. Reinoud Kleijberg |
drs. ing. Tjitte Prins |
ir. Kuindert van der Spek |
Voorzitter: drs. Marieke van Rhijn
Werkgroepsecretaris: ir. Corrie Smit
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Gemeente Den Haag |
Bevoegd gezag |
---|
Gemeente Den Haag |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Zuid-Holland
Bijgewerkt op: 22 jul 2009