214. Mestverwerking Organisch Veredelingsbedrijf Venray

Het OVV wilde een proeffabriek oprichten voor verwerking van 60.000 ton drijfmest en 80.000 ton vaste mest.

Procedure en adviezen

Ontheffing
29-12-1988 Adviesaanvraag
04-01-1989 Datum kennisgeving
04-01-1989 Ter inzage legging van de informatie
03-02-1989 Advies uitgebracht
Ontheffing

Opmerkingen bij de advisering

De Commissie gaf in haar advies aan dat er ondanks de relatief hoge NOx-emissies geen belangrijke nadelige milieugevolgen te verwachten waren omdat de achtergrondconcentraties al zo hoog waren. Zij ging er daarbij van uit dat de rookgassen via een schoorsteen van 15 m hoogte zouden worden afgevoerd.

De Commissie kwam tot de conclusie dat het initiatief een nuttige bijdrage zou leveren aan het regionale verzurings- en vermestingsprobleem, en dat van het oprichten en in bedrijf hebben van de installatie geen belangrijke negatieve milieugevolgen zijn te verwachten. Zij achtte het dan ook niet nodig om de procedure van milieueffectrapportage toe te passen bij de vergunningverlening ingevolge de Aw en de Wvo.

Na het besluit tot ontheffing zijn vergunningen verleend voor een periode van vijf jaar. Met de bouw van de installatie was nog niet begonnen. Wel was in het najaar van 1992 een proefinstallatie met een capaciteit van 10.000 ton gebouwd.


 

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

dr. Best
dr. ir. Coumans
dr. Heiko Nieboer
ir. in 't Veld

Voorzitter: dr. Hans Cohen
Werkgroepsecretaris: drs. René Klerks

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Organisch Veredelingsbedrijf Venray b.v.

Bevoegd gezag
Limburg
Zuiveringschap Limburg

Overige gegevens

Gebied: Nederland, provincie Limburg


Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
D00.2 mestverwerking, m.e.r.-plichtig destijds (1987-1999)
D18.2 tot 1-4-2011: Dierlijke, organische meststoffen, GFT, groenafval: verwerken of vernietigen >=100ton per dag

Bijgewerkt op: 04 mrt 2008