209. Draaitrommeloveninstallatie AVR Chemie
AVR wil de capaciteit voor verwerking van chemisch afval uitbreiden van ca. 150.000 ton/jaar tot ca. 200.000 ton/jaar door een nieuwe draaitrommeloven te bouwen. Deze DTO-9, inclusief infrastructuur, zal in grote mate overeenkomen met de in 1987 in gebruik genomen installatie DTO-8. Deze activiteit was destijds m.e.r.-plichtig, maar zou sinds 1994 m.e.r.-beoordelingsplichtig zijn geweest.
Procedure en adviezen
Richtlijnen |
---|
03-11-1988 Datum kennisgeving |
03-11-1988 Ter inzage legging van de informatie |
11-01-1989 Advies uitgebracht |
Advies voor richtlijnen |
Toetsing |
23-06-1989 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie mer |
29-06-1989 Kennisgeving MER |
29-06-1989 Ter inzage legging MER |
22-09-1989 Toetsingsadvies uitgebracht |
Toetsingsadvies |
Opmerkingen bij de advisering
In het toetsingsadvies stelde de Commissie dat zij niet overtuigd was dat de beste uitvoerbare technieken zouden worden toegepast. De Commissie wees daarbij op het feit dat de voorgenomen installatie niet zou voldoen aan de nieuwe eisen van de Richtlijn verbranden 1989. Ook constateerde de Commissie leemten in het acceptatiebeleid. De Commissie heeft niet aangedrongen op een aanvulling van het MER, aangezien de initiatiefnemer door de recent gepubliceerde nieuwe normstelling voor luchtverontreiniging in een overmachtspositie was komen te verkeren. De resultaten van de nadere studies zouden bij de vergunningverlening betrokken kunnen worden. Bij deze benadering heeft de Commissie ook de nijpende situatie in de verwijdering van brandbare chemische afvalstoffen in overweging genomen.
Ten aanzien van een aantal omissies in het MER heeft de Commissie nadere informatie van de initiatiefnemer ontvangen, die ten dele is opgenomen als bijlage bij het toetsingsadvies.
In de vergunningvoorwaarden werd het meest milieuvriendelijke alternatief uit het MER (aangepaste natte rookgasreiniging met groter gedimensioneerde actiefkoolfilters) voorgeschreven. Ook werden doelvoorschriften voor de emissies van stof en dioxinen opgenomen. De vergunningen zijn aan een termijn gebonden. Vóór februari 1995 zouden een aantal onderzoekingen moeten zijn verricht en zou een evaluatie moeten hebben plaatsgevonden van de werkelijk optredende emissies. De onderdelen van de installatie die opnieuw zouden worden bezien waren: de dubbele droge rookgasreiniging, de additionele waterzuivering en de deNOx-installatie.
De oven is in november 1992 in gebruik genomen.
De oven kampte enkele malen met storingen. Op 11 september 1998 werd bij een poging tot verhelpen van een storing een van de werknemers getroffen door een golf heet water dat onder druk loskwam, terwijl ook een prop vliegas losschoot. De werknemer moest zich twee jaar later laten opereren vanwege borstvorming; in het weggenomen weefsel werden hoge concentraties zware metalen geconstateerd.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
Compaan |
prof. dr. Henderson |
dr. ir. Janssen |
dr. Schilt |
ir. de Wringer |
Voorzitter: dr. Hans Cohen
Werkgroepsecretaris: drs. Herman Huisman
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
arv-chemie C.V. |
Bevoegd gezag |
---|
Provincie Zuid-Holland |
Rijkswaterstaat |
Ministerie van Volkhv., R.O. en Milieubeheer |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Zuid-Holland
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
D18.3 | tot 1-4-2011: Wijzigen van inrichting voor diverse afvalstoffen |
Bijgewerkt op: 31 dec 2007