De Nederlandse Mestverwerkingsmaatschappij wil een proeffabriek oprichten en exploiteren voor verwerking van natte mest van zeugen en biggen, mestvarkens, pluimvee en eventueel melkvee, met een capaciteit van vooralsnog 60.000 m3/jaar.
De installatie is bedoeld om de mest te verwerken tot een hoogwaardige organische gedroogde mest en een gezuiverd effluent dat kan worden geloosd op de rioolwaterzuiveringsinstallatie van Helmond.
Hoofdpunten uit het advies
In het advies heeft de Commissie overwogen, dat er voor mestverwerking verschillende technieken bestonden, waarvan nog onvoldoende duidelijk was welke het beste perspectief bood. Daarbij onderscheidde dit initiatief zich van grootschalige initiatieven door de eenvoudige procesgang, de lokale opzet, de beperkte schaal en de lage verwerkingsprijs. De Commissie stelde zich op het standpunt dat de verschillende technieken door middel van een proeffabriek de kans zouden moeten krijgen zich te bewijzen. Daarop hebben de beide Ministers positief besloten over het ontheffingsverzoek.
Tegen de vergunningen is beroep ingesteld bij de Raad van State. De initiatiefnemer heeft de experimenten op de proefinstallatie in Nistelrode inmiddels afgesloten en heeft een nieuwe proefinstallatie in Ysselsteyn (L.) opgezet. De bouw van de mestverwerkingsfabriek heeft vertraging opgelopen; men hoopt eind 1993 met de bouw te beginnen.