1523. N18 Varsseveld-Enschede

Het verbeteren van de verkeersveiligheid en de leefbaarheid op en in de omgeving van de N18 door aanpassing of verleggen van deze weg

Procedure en adviezen

Richtlijnen
25-02-2005 Adviesaanvraag
02-03-2005 Datum kennisgeving
02-03-2005 Ter inzage legging van de informatie
29-04-2005 Advies uitgebracht
Advies voor richtlijnen
Toetsing
10-09-2008 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.
12-09-2008 Kennisgeving MER
12-09-2008 Ter inzage legging MER
15-12-2008 Toetsingsadvies uitgebracht
Toetsingsadvies
aanvulling MER
13-05-2009 Aanvraag toetsingsadvies bij de Commissie m.e.r.
10-07-2009 Toetsingsadvies uitgebracht
Toetsingsadvies aanvullend MER

Opmerkingen bij de advisering

Op de N18 tussen Varsseveld en Enschede is sprake van verkeersonveiligheid en in de woonkernen Eibergen, Haaksbergen en Usselo staat de leefbaarheid onder druk. Rijkswaterstaat, Directie Oost-Nederland heeft namens de minister van Verkeer en Waterstaat gezamenlijk met de betrokken partijen rond de N18 het initiatief genomen om de problemen te verminderen of op te lossen. Daarvoor zal een Tracébesluit worden genomen door de minister van Verkeer en Waterstaat en de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (bevoegde instanties). Hieraan is milieueffectrapportage (m.e.r.) gekoppeld.

Richtlijnenadvies
Verbeteren van verkeersveiligheid en leefbaarheid zijn de leidende uitgangspunten bij het samenstellen van alternatieven. Volgens de Commissie moeten in het MER moeten de knelpunten gekwantificeerd worden. Op basis van deze knelpunten kunnen de alternatieven ontwikkeld worden. Een modulaire aanpak (welke als eerste uitgaat van lokale oplossingen voor lokale problemen) is daarbij wenselijk. Het MER moet aangeven of een nulplusalternatief een oplossing kan bieden voor de knelpunten.

De huidige N18 doorsnijdt op diverse plaatsen bestaande en gewenste Ecologische Verbindingszones (EVZ) die veelal gekoppeld zijn aan de oost-west georiënteerde beekdalen. Tevens vormt de weg een barrière voor de recreatieve beleving van het gebied. Een analyse van de versnipperingseffecten van de alternatieven en een beschrijving van de mogelijke mitigerende maatregelen om de barrièrewerking van de bestaande weg en (lokale) wegalternatieven te verminderen is daarom essentieel.

Toetsing van het MER
Op 15 december 2008 bracht de Commissie haar toetsingsadvies uit over het MER voor de N18 Varsseveld-Enschede aan het bevoegd gezag, de Ministers van Verkeer en Waterstaat en VROM. De Commissie signaleert de volgende essentiële tekortkomingen: 

  1. Het MER is niet duidelijk over hoofd- en nevendoelstellingen. Naast verbetering van de verkeersveiligheid en het leefmilieu rondom de N18 lijkt ook stimulering van de regionale economie centraal te staan. Nut en noodzaak van het project in het licht van deze doelstelling zijn echter onvoldoende onderbouwd. 
  2. Doordat informatie ontbreekt kunnen alternatieven niet goed vergeleken worden op hun gevolgen voor verkeer en natuurwaarden.
  3. Bij de vergelijking van alternatieven krijgen sommige geringe verschillen tussen alternatieven een groot gewicht, terwijl andere, meer wezenlijke verschillen niet tot uitdrukking komen.

De Commissie heeft geadviseerd om een aanvulling op het MER op te stellen voordat een (tracé)besluit over de N18 wordt genomen.

Toetsing van het aanvullend MER
Naar aanleiding van het toetsingsadvies heeft de initiatiefnemer een aanvulling op het MER opgesteld. Op verzoek van het bevoegd gezag heeft de Commissie deze aanvulling getoetst.

De Commissie vindt dat het MER en de aanvulling tesamen voldoende informatie bieden voor de besluitvorming. Er is een nieuwe samenvatting opgesteld, die een goede weergave geeft van de resultaten van het MER. De Commissie adviseert de aanvullende informatie openbaar te maken en daarbij aan te geven hoe deze zal worden betrokken bij de besluitvorming.

De aanvulling bevat verder nadere informatie over verkeerseffecten en gevolgen van stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden. De aanvulling biedt voldoende informatie voor de besluitvorming, maar op grond hiervan kunnen significante negatieve gevolgen voor Natura 2000-gebieden niet uitgesloten worden.

Betrokken partijen

Samenstelling van de laatste werkgroep

ir. Wim Keijsers
drs. Allard van Leerdam
ir. Sander Teeuwisse
ir. Jan Termorshuizen

Voorzitter: dr. Dick Tommel
Werkgroepsecretaris: drs. Pieter Jongejans

Initiatiefnemer en Bevoegd gezag

Initiatiefnemer
Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Bevoegd gezag
Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Overige gegevens

Gebied: Nederland, provincie Overijssel


Categorieën Besluit m.e.r.

Code Omschrijving
C01.1 Aanleg hoofdweg
C01.4 tot 1-4-2011: Verbreding hoofdweg of ombouw tot autosnelweg

Bijgewerkt op: 10 jul 2018