DLG wil de in oostelijke uiterwaarden van het Pannerdensch Kanaal bij Pannerden een meestromende nevengeul aanleggen. De herinrichting is aanvankelijk opgestart als een natuurontwikkelingsproject. Rivierverruiming is later als doelstelling in het project ingebracht.
Hoofdpunten uit het advies
In het richtlijnenadvies noemt de Commissie als hoofdpunten dat het MER:
- inzicht moet geven in de samenhang met ontwikkelingen in de onmiddellijke nabijheid en op grotere afstand;
- drie fases van de herinrichting moet behandelen: aanlegfase, interimfase en eindsituatie;
- de gevolgen voor de soorten en habitats op grond waarvan het gebied is aangewezen als speciale beschermingszone (Vogel/Habitatrichtlijn) in beeld dient te brengen;
- inzicht dient te geven in de toekomstige kwelsituatie binnendijks.
toetsing
Tijdens de toetsing heeft de Commissie verschillende mogelijke tekortkomingen geconstateerd. Deze hadden betrekking op
• de effecten op natuur en het al of niet optreden van significante gevolgen;
• de effecten op riviermorfologie;
• de dimensionering van de zandvang.
Hierover is met het bevoegd gezag en de initiatiefnemer overlegd op 6 juni 2007. Er is besloten dat er geen aanvullende informatie nodig was met betrekking tot de zandvang. Naar aanleiding van dit overleg is door de initiatiefnemer aanvullende informatie over natuur en riviermorfologie aangeleverd op 10 juli. Omdat uit deze informatie bleek dat significante gevolgen voor ganzen niet uit te sluiten waren is ook een passende beoordeling (van de gevolgen voor natuur) opgesteld en aangeleverd op 17 september 2007. Op 2 oktober 2007 is nog een notitie aangeleverd waarin wordt ingegaan op de verplichting tot het opstellen van een plan-MER. Hiermee is de benodigde milieu-informatie beschikbaar.