realisatie van 3000 woningen en ca 45 ha bedrijventerrein in Brandevoort II, bij Helmond
Hoofdpunten uit het advies
Op de locatie Brandevoort bij Helmond gaan in een tweede fase ca. 3000 woningen gebouwd worden. De locatie is al in 1992 vastgelegd in het Uitwerkingsplan Stadsregio Eindhoven-Helmond. Hiervoor is destijds een m.e.r. procedure gevolgd. een deel van het plan, Brandevoort I is reeds gebouwd. Gezien recente jurisprudentie wordt voor het vaststellen van het bestemmingsplan Brandevoort II een nieuwe m.e.r. procedure op inrichtingsniveau gevolgd. Met de realisatie van Brandevoort I op basis van het Masterplan is de hoofdlijn van de ontwikkeling van Brandevoort II voor een belangrijk deel al vastgelegd. Dit in aanmerking nemend ziet de Commissie de volgende hoofdpunten voor het inrichtingsMER voor de 2e fase :
De ontwikkeling van een meest milieuvriendelijk alternatief met aandacht voor o.a.:
het realiseren van hoge dichtheid en andere functies (incl. kantoren) aan de noordzijde van het spoor direct aansluitend aan de Veste;
de mogelijkheden om compacte bebouwing te realiseren ten westen van de Veste gecombineerd met robuuste groene zones;
een duidelijke oriëntatie van bebouwing en infrastructuur (w.o. die voor langzaam verkeer routes) op de voorstadhalte;
een waterhuishoudkundige inrichting van Brandevoort II waarin conservering van gebiedseigen water en behoud van natte ecologische waarden (nieuwe groene aders en Coovelsch bos) centraal staan.
Bij de beschrijving van de bestaande milieusituatie en de effecten ligt naar de mening van de Commissie het accent op:
de samenhang tussen het abiotische systeem (bodem, water), de ecologische en de landschappelijke waarden;
de geluidhinder door verkeer en bedrijvigheid;
en het energiegebruik en de daaraan gekoppelde CO2 reductie.
Het advies van de Commissie is integraal overgenomen.
De gemeente Helmond zal naar verwachting het MER voor de 2e fase van Brandevoort medio 2004 in procedure brengen.
Toetsing
De locatie Brandevoort is vastgelegd in het Uitwerkingsplan Stadsregio Eindhoven-Helmond uit 1992. Hiervoor is destijds een m.e.r. procedure gevolgd. Gezien recente jurisprudentie wordt voor het vaststellen van het bestemmingsplan Brandevoort II een nieuwe m.e.r. procedure op inrichtingsniveau gevolgd. Met de realisatie van Brandevoort I op basis van het Masterplan is de hoofdlijn van de ontwikkeling van Brandevoort II voor een belangrijk deel al vastgelegd. De Commissie ziet de volgende hoofdpunten voor het inrichtingsMER :
De ontwikkeling van een meest milieuvriendelijk alternatief met aandacht voor o.a.:
het realiseren van hoge dichtheid en andere functies (incl. kantoren) aan de noordzijde van het spoor direct aansluitend aan de Veste;
de mogelijkheden om compacte bebouwing te realiseren ten westen van de Veste gecombineerd met robuuste groene zones;
een duidelijke oriëntatie van bebouwing en infrastructuur (w.o. die voor langzaam verkeer routes) op de voorstadhalte;
een waterhuishoudkundige inrichting van Brandevoort II waarin conservering van gebiedseigen water en behoud van natte ecologische waarden (nieuwe groene aders en Coovelsch bos) centraal staan.
Bij de beschrijving van de bestaande milieusituatie en de effecten ligt naar de mening van de Commissie het accent op:
de samenhang tussen het abiotische systeem (bodem, water), de ecologische en de landschappelijke waarden;
de geluidhinder door verkeer en bedrijvigheid;
en het energiegebruik en de daaraan gekoppelde CO2 reductie.