101. Oeververbinding ten westen van Rotterdam
Vanwege capaciteitsproblemen in de Beneluxtunnel heeft het Ministerie van Verkeer en Waterstaat een studie gestart naar de wenselijkheid van een tweede oeververbinding ten westen van Rotterdam als onderdeel van het hoofdwegennet. De studie beoogde in eerste aanleg na te gaan of, ter ontlasting van de Beneluxtunnel, de aanleg van de Blankenburgtunnel nodig was, dan wel of een tweede Beneluxtunnel de voorkeur verdiende. De m.e.r. is uitgemond in de vaststelling van het tracé voor de gekozen oeververbinding: de tweede Beneluxtunnel.
Procedure en adviezen
Richtlijnen |
---|
10-02-1982 Datum kennisgeving |
10-02-1982 Ter inzage legging van de informatie |
08-04-1982 Advies uitgebracht |
Aanbevelingen |
Advies voor richtlijnen |
Toetsing |
18-09-1986 Kennisgeving MER |
18-09-1986 Ter inzage legging MER |
05-01-1987 Toetsingsadvies uitgebracht |
Toetsingsadvies |
Richtlijnen a |
29-08-1988 Advies uitgebracht |
Toetsing a |
27-09-1988 Kennisgeving MER |
27-09-1988 Ter inzage legging MER |
09-11-1988 Toetsingsadvies uitgebracht |
Opmerkingen bij de advisering
In het besluit van mei 1988 was niet alleen vastgelegd dat de Blankenburgtunnel moest worden aangelegd, maar ook dat het voornemen bestond om daarnaast ook de tweede Beneluxtunnel aan te leggen. Aanleg van de combinatie van beide verbindingen was in het MER niet beschreven als alternatief. Per brief van 24 augustus 1988 werd de Commissie in de gelegenheid gesteld te adviseren over aanvullende informatie ten behoeve van besluitvorming over de situatie met beide verbindingen.
Na het besluit over de tweede Beneluxtunnel en de Blankenburgtunnel-Oost heeft op 15 februari 1990 het Gerechtshof te Den Haag in een vonnis verklaard dat het tracébesluit over de Blankenburgtunnel, voornamelijk vanwege procedurele redenen niet rechtsgeldig moet worden geacht.
In november 2003 verklaarde de Rotterdamse wethouder Van Sluis dat in samenhang met de aanleg van de tweede Maasvlakte1 de ontsluiting van het Rotterdamse havengebied verder zou moeten worden versterkt. In dat verband zou er een nieuwe studie komen naar de mogelijke aanleg van de Blankenburgtunnel of de Oranjetunnel (westelijker dan de Blankenburgtunnel geprojecteerd).
1 Zie project 844 en 952.
Betrokken partijen
Samenstelling van de laatste werkgroep
prof. dr. Adema |
drs. Hans Eerens |
ir. Paul Langeweg |
ing. Willem Meijnen |
prof. dr. Paul Nijkamp |
drs. Sybrand Tjallingii |
prof. ir. Volmuller |
prof. dr. Westhoff |
Voorzitter: dr. Hans Cohen
Werkgroepsecretaris: ir. Romke Seijffers
Initiatiefnemer en Bevoegd gezag
Initiatiefnemer |
---|
Rijkswaterstaat |
Bevoegd gezag |
---|
Rijkswaterstaat |
Overige gegevens
Gebied: Nederland, provincie Zuid-Holland
Categorieën Besluit m.e.r.
Code | Omschrijving |
---|---|
C00.1 | interimperiode m.e.r.-plicht |
C01.1 | Aanleg hoofdweg |
Bijgewerkt op: 31 okt 2007