ECLI:NL:RVS:2013:BZ8460

Betreft Bestemmingsplan Ellerveld
Datum uitspraak 24-04-2013
Rechtsprekende instantie  Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig
Trefwoorden bestemmingsplannen, Dronten, borging, milieueffectrapportage (m.e.r.), planregels
Bronnen vindplaats

Zaaknummer 201002029/1/R2
JM 2013, 85 met noot S.M. van Velsen en F. Arents

Conclusies voor de m.e.r. praktijk

  • In het MER moeten de maximale mogelijkheden van een plan worden beschouwd en de uitgangspunten van een MER moeten voldoende gewaarborgd worden in de planregels.

Opm. 1 De Commissie heeft over het MER geadviseerd onder projectnummer 2157.
Opm. 2 Op deze zaak is het recht van toepassing zoals geldend vóór de wijziging van het Besluit m.e.r. per 1 april 2011. Recreatieve en toeristische voorzieningen als zodanig staan nu niet meer in Onderdelen C en D van de Bijlage bij het Besluit m.e.r.
Opm. 3 De samenvatting van de tussenuitspraak van 29 februari 2012, zaaknr. 201002029/1/T1/R2 kunt u vinden op de website van de Commissie m.e.r.

Casus

Op 17 december 2009 heeft de gemeenteraad van Dronten het bestemmingsplan “Ellerveld” vastgesteld. Het plan voorziet in de mogelijkheid om een evenemententerrein met gebouwen en andere bouwwerken, een bungalowpark met maximaal 350 vrijstaande recreatiewoningen met bijbehorende voorzieningen en twee ecologische verbindingszones te realiseren. Het plangebied grenst aan de provinciale weg N306 en ligt direct ten zuiden van het attractiepark Walibi World met het naastgelegen bestaande evenemententerrein. Tegen dit besluit hebben Walibi en anderen beroep ingesteld.

Er is een MER gemaakt. De activiteiten die het bestemmingsplan mogelijk maakt, vallen onder de in onderdeel C, categorie 10.1, van de Bijlage behorende bij het Besluit m.e.r. 1994 (oud) genoemde recreatieve of toeristische voorzieningen en het gaat om een oppervlakte van meer dan 50 hectare.

Op 29 februari 2012, zaaknr. 201002029/1/T1/R2 heeft de Afdeling een tussenuitspraak gedaan. Bij deze tussenuitspraak heeft de Afdeling de gemeenteraad opgedragen om:

  • binnen 16 weken het vaststellingsbesluit van 17 december 2009 te herstellen door te onderzoeken of voor het nieuwe evenemententerrein geluidgrenswaarden kunnen worden vastgesteld, waarmee het gebruik zal kunnen plaatsvinden waarvan is uitgegaan in het MER en de Aanvulling op het MER;
  • op grond van de uitkomsten van dat onderzoek alsnog toereikend te motiveren dat (uitgaande van die geluidgrenswaarden en het omgevingstype ‘rustige woonwijk’) ter plaatse van het toekomstige bungalowpark een aanvaardbaar leefklimaat is gewaarborgd;
  • alsnog planregels vast te stellen die het gebruik van het nieuwe evenemententerrein beperken overeenkomstig de uitgangspunten uit het MER en de Aanvulling op het MER.

Naar aanleiding van de tussenuitspraak heeft de gemeenteraad nader onderzoek verricht. Op 31 mei 2012 heeft de gemeenteraad een partiële wijziging van het bestemmingsplan “Ellerveld” vastgesteld met als doel de gebreken te herstellen.

Walibi betoogt dat met de toegevoegde beperkende planregels niet is aangesloten bij de uitgangspunten van het MER. Daartoe voert Walibi aan dat:

  • in de planregels niet is uitgesloten dat het bestaande noordelijke evenemententerrein van Walibi en het nieuwe terrein gelijktijdig in gebruik mogen zijn;
  • artikel 3.1 onder a, sub 4 van de planregels onduidelijk is mede gelet op artikel 3.1 onder b van de planregels;
  • het uitgangspunt dat ’s nachts geen verkeersbewegingen als gevolg van evenementen op het nieuwe terrein plaatsvinden, niet in de planregels is geregeld.

Op grond van artikel 3.1, aanhef en onder a, sub 4 en onder b van de planregels zijn de voor ‘Cultuur en ontspanning – Evenemententerrein’ aangewezen gronden bestemd voor faciliterende voorzieningen voor grootschalige manifestaties die op het evenemententerrein van Walibi World ten noorden van de Spijkweg georganiseerd worden, zoals kamperen en parkeren. Daarnaast zijn ze ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van cultuur en ontspanning – evenementen’ eveneens bestemd voor evenementen, die alleen mogen plaatsvinden als er geen evenement wordt gehouden op het evenemententerrein van Walibi World waarbij het thans voorziene evenemententerrein faciliterend wordt gebruikt.

Overwegingen van de bestuursrechter
De Afdeling overweegt dat in het MER en de Aanvulling van het MER geen uitgangspunt is opgenomen, op grond waarvan het noordelijke bestaande evenemententerrein en het nieuwe evenemententerrein niet gelijktijdig in gebruik mogen zijn. Het betoog van Walibi mist dan ook feitelijke grondslag.

De Afdeling geeft aan dat de gemeenteraad met artikel 3.1 onder a, sub 4 van de planregels heeft beoogd om tot uitdrukking te brengen dat het nieuwe terrein niet voor evenementen in gebruik mag zijn in een bepaalde situatie. Dat is gedurende de maximaal 12 dagen dat het nieuwe terrein faciliterend wordt gebruikt voor grootschalige evenementen op het bestande noordelijke terrein, die vallen onder de niet-representatieve bedrijfssituatie van Walibi. De Afdeling stelt vast dat deze uitleg van de gemeenteraad niet voortvloeit uit de formulering van deze planregel.

In artikel 3.1 onder a, sub 6 van de planregels is bepaald dat evenementen worden gehouden in de dag- en de avondperiode tussen 0.700-23.00 uur. Uit deze planregel in samenhang met de definitie van ‘evenement’ vloeit niet voort dat verkeersbewegingen als gevolg van evenementen in de nachtperiode zijn uitgesloten. Dit laatste is wel een uitgangpunt in de Aanvulling MER. De gemeenteraad heeft ter zitting aangegeven dat sprake is van een omissie in de planregels.

De Afdeling ziet aanleiding om zelf in de zaak te voorzien. Zij formuleert daartoe (vervangende) planregels. De Afdeling meent dat hiermee de belangen van derden niet worden geschaad, nu de nieuwe planregels in overeenstemming zijn met de door de gemeenteraad al beoogde beperkingen van het geluid van het nieuwe evenemententerrein.

Uitspraak
De Afdeling verklaart het beroep gegrond en vernietigt het vaststellingsbesluit van 17 december 2009, voor zover dat ziet op bepaalde plandelen. De Afdeling bepaalt dat de rechtsgevolgen van het vaststellingsbesluit (met uitzondering van een paar planregels) in stand blijven. De Afdeling vernietigt het vaststellingsbesluit van 31 mei 2012 gedeeltelijk en bepaalt dat artikel 3.1, onder a, sub 4 en sub 6 van de planregels als volgt komen te luiden:
4. evenementen alleen mogen plaatsvinden als op het evenemententerrein ten noorden van het plangebied geen evenementen worden gehouden die vallen onder de niet-representatieve bedrijfssituatie - de zogenoemde 12-dagen-regeling - van de aan Walibi World B.V. verleende vergunning;
6. evenementen worden gehouden in de dag- en avondperiode tussen 07.00 - 23.00 uur, met dien verstande dat de aankomst en het vertrek van bezoekers eveneens binnen dit tijdvak plaatsvindt.