ECLI:NL:RVS:2021:1180

Betreft Bestemmingsplan Gemert-Bakel Buitengebied 2017
Datum uitspraak 02-06-2021
Rechtsprekende instantie  Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig
Trefwoorden bestemmingsplannen, buitengebied, maximale mogelijkheden, Gemert-Bakel
Bronnen vindplaats ECLI:NL:RVS:2021:1180

Conclusies voor de m.e.r. praktijk

  • Een planMER bij een bestemmingsplan moet uitgaan van de maximale planologische mogelijkheden en daarbij, voor de bestaande bestemmingen die opnieuw worden bestemd, rekening houden met functionele leegstand, bedrijven in opbouw en latente ruimte (nog toegestane ontwikkelruimte).
NB: in 2018 heeft de Commissie geadviseerd over het Milieueffectrapport Bestemmingsplan buitengebied Gemert-Bakel 2017 (hierna: planMER). Zie https://www.commissiemer.nl/adviezen/3262.

Casus

Het bestemmingsplan “Gemert Bakel Buitengebied 2017” voorziet in een actuele planologisch-juridische regeling voor het buitengebied van de gemeente Gemert-Bakel. Het plan vervangt verschillende bestaande bestemmingsplannen, onder andere voor bestaande veehouderijen.
Appellant ZLTO stelt dat enkele planregels te beperkend zijn, omdat in het planMER van een te groot aantal veehouderijen in de gemeente is uitgegaan. Zij voert aan dat het feitelijke aantal veehouderijen in de gemeente kleiner is dan het planMER stelt. De raad heeft dit ook erkend, zo stelt ZLTO.

Overwegingen van de bestuursrechter
Een planMER bij een bestemmingsplan moet uitgaan van de maximale planologische mogelijkheden. Dit planMER gaat uit van 360 veehouderijen, die vooraf aan de vaststelling van het bestemmingsplan aanwezig waren. De raad heeft toegelicht dat rekening is gehouden met functionele leegstand, bedrijven in opbouw en latente ruimte (nog toegestane ontwikkelruimte). Het bestemmingsplan biedt die ontwikkelingsmogelijkheden. Of ten tijde van de vaststelling van het plan ook daadwerkelijk van die mogelijkheden gebruik wordt gemaakt, doet aan het bestaan daarvan niet af. De raad heeft het planMER daarom aan het plan ten grondslag kunnen leggen. De planregels zijn niet onnodig beperkend.

Uitspraak
De Afdeling verklaart het beroep over het milieueffectrapport ongegrond, maar vernietigt het bestemmingsplan op andere gronden.