ECLI:NL:RVS:2020:2053
Betreft | A27 Houten-Hooipolder |
---|---|
Datum uitspraak | 26-08-2020 |
Rechtsprekende instantie | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
Proceduresoort | Tussenuitspraak |
Trefwoorden | tracébesluit, A27, Houten, knooppunten, alternatieven, alternatievenonderzoek, overgangsrecht |
Bronnen vindplaats | Zaaknummer 201900349/1/R3 |
Conclusies voor de m.e.r. praktijk
- Als een milieueffectrapport vóór 16 mei 2017 ter inzage is gelegd, is het recht van vóór die datum van toepassing. Als de Crisis- en herstelwet van toepassing is, betekent dit dat het oude artikel 1.11 van die wet van toepassing is op de milieueffectrapportage.
- Dit betekent dat geen afweging van alternatieven en geen adviesvraag aan de Commissie voor de m.e.r. nodig zijn.
- Wel moet voor een tracébesluit een belangenafweging plaatsvinden waarbij naast ruimtelijke belangen, politieke en bestuurlijke inzichten een belangrijke rol spelen. Financiële overwegingen mogen ook betrokken worden bij de selectie van alternatieven.
NB Inmiddels is artikel 1.11 Crisis- en herstelwet gewijzigd. Een alternatievenselectie voor een tracé kan op grond daarvan alleen achterwege blijven als in een voorafgaand planmilieueffectrapport alternatieven zijn onderzocht. De Commissie m.e.r. heeft in 2010 een tussentijds advies uitgebracht over dit project https://www.commissiemer.nl/docs/mer/p19/p1979/a1979tts.pdf
Casus
Op 20 december 2018 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat het tracébesluit en het saneringsplan "A27 Houten-Hooipolder" vastgesteld. Het gaat om het verbreden van de A27 tussen Houten en het knooppunt Hooipolder (lengte van 46 km) en een gedeeltelijke reconstructie van het knooppunt Hooipolder, omdat het verkeer bijvoorbeeld door de ontwikkeling van stedelijke gebieden nabij de A27 zal toenemen. Ook nemen de verkeersproblemen naar verwachting verder toe, aldus de toelichting bij het tracébesluit. Voor het tracébesluit is een milieueffectrapport gemaakt dat van 10 juni 2016 tot en met 21 juli 2016 ter inzage is gelegd.
Appellanten zijn bewoners en/of bedrijven in de omgeving van het tracé. Zij verzetten zich tegen de verbreding van de A27 vanwege de negatieve gevolgen voor hun woon- en leefklimaat en hun bedrijfsvoering en willen bijvoorbeeld dat er meer (geluids)maatregelen worden getroffen. Een aantal van hen richt zich tegen de wijze waarop de alternatievenselectie in het kader van de milieueffectrapportage is gedaan. Zij betogen dat alleen het voorkeursalternatief is bezien, dat alternatief alleen vanwege financiële redenen is gekozen en dat alternatieven ten onrechte niet door de Commissie m.e.r. zijn beoordeeld. Ook zou het milieueffectrapport wijzigingen in het uiteindelijke ontwerp niet behandelen. Dat gaat vooral om de verbindingsboog tussen de A27 en de A59.
Overwegingen van de bestuursrechter
De Afdeling bestuursrechtspraak stelt vast dat bij het ontwerp-tracébesluit een project-milieueffectrapport is opgesteld. Daarin is ingegaan op de milieueffecten van het voorkeursalternatief, dat is uitgewerkt in het ontwerp-tracébesluit. Het voorkeursalternatief is gekozen naar aanleiding van divers onderzoek naar alternatieven en varianten binnen die alternatieven. Het beschikbare budget heeft een rol gespeeld bij de keuze voor het voorkeursalternatief.
De Afdeling overweegt dat oud recht van toepassing is omdat het projectmilieueffectrapport vóór 16 mei 2017 ter inzage heeft gelegen. Dit is het recht van vóór de Implementatiewet die de nieuwe M.e.r.-richtlijn in het Nederlandse recht verwerkte. Dit heeft tot gevolg dat artikel 1.11 van de Crisis- en herstelwet, zoals dat luidde vóór 16 mei 2017, op deze procedure van toepassing is. Dit artikel schakelt de regels over de alternatieven van de voorgenomen activiteit van artikel 7.23 Wet milieubeheer uit. Er hoefde dus geen weging van alternatieven in het MER plaats te vinden, dus ook niet voor de verbindingsboog bij het knooppunt Hooipolder. Ook hoefde geen advies aan de Commissie m.e.r. te worden gevraagd.
Verder vergt de vaststelling van een tracébesluit een belangenafweging waarbij, naast ruimtelijke belangen, ook politieke en bestuurlijke inzichten een belangrijke rol spelen. Financiële overwegingen kunnen dus naast andere overwegingen betrokken worden. Bovendien is de verbindingsboog bij het knooppunt Hooipolder in het ontwerp van het tracé opgenomen naar aanleiding van een motie die in de Tweede Kamer is aangenomen.
Tot slot oordeelt de Afdeling dat de wijzigingen in de vormgeving van het tracé ten opzichte van die zijn onderzocht in het project-milieueffectrapport, voldoende zijn beoordeeld in een Nota van Wijziging en MER-validatie.
Uitspraak
De Afdeling verklaart de m.e.r.-beroepsgrond ongegrond, maar draagt de minister vanwege andere beroepsgronden op enkele gebreken binnen 20 weken te herstellen.