ECLI:NL:RVS:2020:2004
Betreft | Bestemmingsplan verbrede reikwijdte Retailpark Bélvèdere Maastricht |
---|---|
Datum uitspraak | 19-08-2020 |
Rechtsprekende instantie | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
Proceduresoort | Tussenuitspraak |
Trefwoorden | Maastricht, Crisis- en herstelwet (Chw), bestemmingsplannen |
Bronnen vindplaats | Zaaknummer 201906673/1/R1 |
Conclusies voor de m.e.r. praktijk
- Een milieueffectrapport van dertien jaar oud kan voldoende actueel zijn om aan een besluit ten grondslag te leggen. De wettelijke tweejaarstermijn voor de houdbaarheid van onderzoeksgegevens staat hierbij niet in de weg.
- Bij de beoordeling of een bestemmingsplan nadelige gevolgen heeft voor het milieu, mag gebruik worden gemaakt van milieuonderzoeken bij een onderliggend plan waarin dezelfde bestemming al mogelijk gemaakt werd. In de plantoelichting moet dan wel worden toegelicht waarom daarvan gebruik wordt gemaakt en op welke onderdelen de onderzoeken zo nodig zijn geactualiseerd.
Casus
Op 18 juni 2019 heeft de raad van de gemeente Maastricht het bestemmingsplan Retailpark Belvédère vastgesteld. Het is een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte zoals bedoeld in artikel 7c van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet. Het plan voorziet in de realisatie van drie clusters van het Retailpark Belvédère met voorzieningen voor perifere en grootschalige detailhandel en leisure. Verder bevat het plan een afwijkingsbevoegdheid voor horeca. In 2012 is het gebied Belvédère in het bestemmingsplan al aangewezen als locatie voor geconcentreerde perifere detailhandel.
Eén van de appellanten betoogt dat de milieuonderzoeken die aan het plan Retailpark Belvédère ten grondslag liggen onvoldoende actueel zijn. Zij stelt dat het akoestisch onderzoek en het luchtkwaliteitsonderzoek bij de vaststelling van het plan zeven jaar oud waren. Het verkeersrapport is weliswaar geactualiseerd, maar volgens haar wordt niet ingegaan op alle aspecten. Verder stelt zij dat het milieueffectrapport bij de vaststelling van het plan 13 jaar oud was.
Overwegingen van de bestuursrechter
De Afdeling overweegt dat onderzoeksgegevens ouder mogen zijn dan twee jaar. Dat artikel 3.1.1a van het Besluit ruimtelijke ordening de houdbaarheid van onderzoek aan een termijn van in elk geval twee jaar verbindt, staat hier niet aan in de weg. Onderzoeksgegevens die ouder zijn dan twee jaar kunnen dus aan het besluit tot vaststelling van een plan ten grondslag worden gelegd. De Afdeling verwijst hiervoor naar haar uitspraak van 20 april 2016, ECLI:NL:RVS:2016:1075 .
De Afdeling stelt vast dat de realisatie van Retailpark Belvédère al onderdeel was van het eerdere bestemmingsplan ‘Noorderbrug e.o.’ uit 2012 en dat dat plan mede betrekking had op het plangebied van het bestemmingsplan Retailpark Belvédère. In de plantoelichting van het bestemmingsplan ‘Retailpark Belvédère’ staat dat het plan volgens de raad geen nadelige gevolgen voor het milieu heeft. Bij die beoordeling is gebruik gemaakt van onderzoeksgegevens van het eerdere bestemmingsplan. Het verkeersonderzoek is geactualiseerd met het rapport Retailpark Belvédère, gevoeligheidsanalyse verkeersintensiteiten van 12 december 2018. Volgens de raad geven deze milieuonderzoeken voldoende inzicht in de gevolgen van het plan voor het milieu. Actualisatie van de onderzoeken naar de akoestische situatie en de luchtkwaliteit is niet nodig, omdat uit het verkeersonderzoek blijkt dat de verkeersintensiteiten niet wezenlijk afwijken van de prognoses, waarvan in de eerdere onderzoeken is uitgegaan. Daarbij is ook toegelicht dat de toename van verkeer vooral plaatsvindt op een plek waar geen geluidgevoelige objecten zijn voorzien. Appellante heeft verder geen inhoudelijke bezwaren ingebracht tegen deze milieuonderzoeken. De Afdeling oordeelt dat de milieuonderzoeken niet verouderd zijn. Ook hebben zich daarna geen zodanige ontwikkelingen voorgedaan, dat de gemeenteraad de onderzoeken niet aan het bestemmingsplan ten grondslag heeft mogen leggen.
Uitspraak
De Afdeling verklaart de m.e.r.-beroepsgrond ongegrond, maar draagt de gemeente vanwege andere beroepsgronden op enkele gebreken binnen 26 weken te herstellen.