ECLI:NL:RVS:2016:1060

Betreft Bestemmingsplan Kempenbaan-West
Datum uitspraak 20-04-2016
Rechtsprekende instantie  Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Proceduresoort Tussenuitspraak - bestuurlijke lus
Trefwoorden bedrijventerreinen, Veldhoven, wegen, alternatieven, stikstofdepositie, passende beoordeling, A67
Bronnen vindplaats

Zaaknummer 201504613/1/R

Conclusies voor de m.e.r. praktijk

  • Als nog onzeker is of een verbindingsweg zal worden aangelegd, moet in een milieueffectrapport voor een nabijgelegen weg zowel de situatie mét als de situatie zonder die verbindingsweg in beeld worden gebracht.

  • In een Passende beoordeling mogen alleen beschermingsmaatregelen worden betrokken die niet onder regulier beheer vallen en die beogen nadelige effecten van het project te voorkomen of verminderen.

Casus

Op 17 maart 2015 heeft de raad van de gemeente Veldhoven het bestemmingsplan Kempenbaan-West vastgesteld. Het plan voorziet in de realisatie van een nieuwe aansluiting op de rijksweg A67 ter hoogte van de gemeentelijke weg de Locht in Veldhoven en in een verbreding van het zuidwestelijke deel van de Kempenbaan in Veldhoven. Op de plek van de nieuwe aansluiting zal ook de nieuwe regionale verbindingsweg tussen Veldhoven de bestaande N69 worden aangesloten op de A67 (hierna: de Nieuwe Verbinding). Voor de Nieuwe Verbinding hebben provinciale staten van Noord-Brabant het inpassingsplan ‘Nieuwe Verbinding Grenscorridor N69’ vastgesteld.

Het nu voorliggende plan is vooral bedoeld om de ontsluiting van het bedrijventerrein De Run in Veldhoven te verbeteren.

Samenhang
Appellanten zijn van mening dat ontwikkelingen in het bestemmingsplan Kempenbaan-West en het inpassingsplan ‘Nieuwe Verbinding Grenscorridor N69’ onlosmakelijk met elkaar samenhangen. Volgens hen zal de nieuwe aansluiting niet worden gerealiseerd als het inpassingsplan niet uitvoerbaar blijkt te zijn.

De raad brengt hiertegen in dat uitvoering van het bestemmingsplan ook zonder de aanleg van de Nieuwe Verbinding nodig is. De raad wijst in dit verband op het rapport ‘Notitie Nut en Noodzaak aansluiting Veldhoven op de A67’ van BügelHajema van 1 juni 2010. Daarin is geconcludeerd dat zowel een aansluiting op de A67 als een verbreding van de Kempenbaan nodig zijn voor de bereikbaarheid van het zuidelijk deel van Veldhoven en van het bedrijventerrein De Run. Volgens de raad staat de uitvoering van het bestemmingsplan los van de aanleg van de Nieuwe Verbinding.

Mitigerende maatregelen  
Appellanten voeren verder aan dat de maatregelen die in de Passende beoordeling voorgesteld zijn, zoals maaien, plaggen en het kappen van bomen, compenserende maatregelen zijn omdat de toename van stikstofdepositie hiermee niet wordt voorkomen. Zij wijzen op de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 15 mei 2014, C-521/12 (ECLI:EU:C:2014:330) (het arrest Briels). Appellanten vinden hierbij ook van belang dat de maatregelen slechts op een aantal plaatsen verspreid plaatsvinden en niet in het hele natuurgebied.

Overwegingen van de bestuursrechter
Samenhang
De Afdeling twijfelt niet aan de juistheid van het standpunt van de raad. In dit verband wijst de Afdeling op het milieueffectrapport van Arcadis van 4 april 2013 dat aan het bestemmingsplan ten grondslag ligt. In het milieueffectrapport zijn alternatieven onderzocht mét en zonder de aanleg van de Nieuwe Verbinding. In beide situaties wordt uitgegaan van de aanleg van de nieuwe aansluiting op de A67. Naar het oordeel van de Afdeling is de begrenzing van het plan daarom niet in strijd met een goede ruimtelijke ordening.

Mitigerende maatregelen
De Afdeling heeft eerder overwogen in haar uitspraak van 24 december 2014, nr. 201309655/1/R2, dat uit het arrest Briels volgt dat alleen maatregelen mogen worden betrokken die de nadelige gevolgen die rechtstreeks voortvloeien uit het project, voorkomen of verminderen. Positieve gevolgen voor een habitattype dat geen nadelige gevolgen van het project ondervindt, kunnen niet worden betrokken bij de beoordeling of het project leidt tot aantasting van de natuurlijke kenmerken van het gebied. Alleen de maatregelen die worden voorgesteld op plaatsen met stikstofgevoelige habitattypen waar een toename van stikstofdepositie plaatsvindt, kunnen daarom worden meegewogen in de Passende beoordeling. Dat is in dit geval aan de orde. De maatregelen beperken de negatieve gevolgen van het plan en worden daarom als mitigerende maatregelen aangemerkt. Vaststaat dat de maatregelen geen reguliere beheermaatregelen zijn.

De raad heeft naar het oordeel van de Afdeling echter onvoldoende kunnen onderbouwen dat de voorgestelde mitigerende maatregelen voldoende zijn om aantasting van natuurlijke kenmerken te voorkomen.

Uitspraak
De Afdeling draagt de raad op om binnen 26 weken de gebreken in de Passende beoordeling te herstellen en het nieuwe of gewijzigde besluit bekend te maken.