ECLI:NL:RVS:2015:3949

Betreft Omgevingsvergunning kartbaan Lochem
Datum uitspraak 23-12-2015
Rechtsprekende instantie  Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Proceduresoort Hoger beroep
Trefwoorden Lochem, Eefde, m.e.r.-beoordelingsplicht
Bronnen vindplaats

Zaaknummer 201502096/1/A4
JM 2016, 26 met noot Wagenmakers

Conclusies voor de m.e.r. praktijk

  • De wijziging van geluidsvoorschriften bij een bestaande vergunning voor een kartcircuit is geen activiteit als bedoeld in categorie D43 van de bijlage bij het Besluit m.e.r. 

Casus

Op 4 september 2012 heeft het college van burgemeester en wethouders van Lochem enkele voorschriften vervangen van de revisievergunning uit 2009 voor onder meer een kartcircuit op een perceel in Eefde.

Door de uitspraak van de Rechtbank van 5 februari 2015 is een voorschrift vervangen en een nieuw voorschrift over de maximale geluidsniveaus aan de vergunning verbonden. 

Tegen de uitspraak van de Rechtbank hebben drie appellanten hoger beroep ingesteld. 

Zij menen dat de rechtbank ten onrechte geen oordeel heeft gegeven of een m.e.r.-beoordeling nodig was. Zij wijzen er op dat de kartbaan een activiteit is als bedoeld in categorie D43 van de bijlage bij het Besluit m.e.r. 

Appellanten zijn van mening dat een milieueffectrapport had moeten worden opgesteld, omdat de wijziging van de geluidvoorschriften kan leiden tot een toename van geluid- en geurhinder en luchtvervuiling.

Overwegingen van de bestuursrechter 
De Afdeling overweegt dat de rechtbank ten onrechte niet op de beroepsgrond is ingegaan. Dat is in dit geval echter geen aanleiding om de uitspraak te vernietigen. Zij wijst daarbij op haar uitspraak van 9 juni 2010, zaaknr. 200903089/1/M1, waarin geoordeeld is dat het redelijk is dat het college in het besluit van 18 maart 2009 heeft overwogen dat geen belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu te verwachten zijn vanwege de bijzondere omstandigheden waaronder de activiteiten worden ondernomen.

Ook wijst de Afdeling er op dat de wijziging van de voorschriften niet gaan over een aanleg, wijziging of uitbreiding van de kartbaan. Om die reden is geen sprake van een activiteit als bedoeld in D43 van de bijlage bij het Besluit m.e.r.

Uitspraak 
De Afdeling verklaart het hoger beroep ongegrond.