ECLI:NL:RVS:2013:BZ7428
Betreft | Bestemmingsplan Reusel-De Mierden |
---|---|
Datum uitspraak | 27-03-2013 |
Rechtsprekende instantie | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
Proceduresoort | Eerste aanleg - meervoudig |
Trefwoorden | bestemmingsplannen, woningbouw, Natura 2000-gebieden, stikstofdepositie, Reusel-De Mierden |
Bronnen vindplaats | Zaaknummer 201205606/1/R3 |
Conclusies voor de m.e.r. praktijk
- Ondanks een geringe toename van concentratie aan stikstofdioxide ten gevolge van het plan, was in deze casus geen passende beoordeling en plan-MER vereist, nu uit ecologisch onderzoek was gebleken dat de bijdrage van het plan aan de stikstofdepositie in het Natura 2000-gebied te verwaarlozen is.
Casus
Op 28 februari 2012 heeft de gemeenteraad van Reusel-de Mierden het bestemmingsplan “De Hasselt II” vastgesteld. Het plan voorziet in ongeveer 45 nieuwe woningen en een gezondheidscentrum aan de zuidwestzijde van de kern van Lage Mierde. Deze sluiten aan bij de reeds gebouwde woningen op basis van het bestemmingsplan “Hasselt I”, in. In beroep wordt gesteld dat het natuuronderzoek verouderd is en dat bij de voorbereiding van het plan een passende beoordeling en een MER hadden moeten worden opgesteld.
Overwegingen van de bestuursrechter
De Afdeling stelt vast dat het plangebied op een afstand van ongeveer 80 tot 100 m van de beek De Reusel ligt, die deel uitmaakt van het Natura 2000-gebied Kempenland-West. Volgens de quickscan van het onderzoeksbureau IJzerman & Van Spréw van 12 maart 2007 heeft het plan geen significante effecten op het Natura 2000-gebied. In de aanvullende notitie van 10 augustus 2012 wordt deze conclusie bevestigd. Over het betoog van appellant dat er in het gebied reeds een hoge stikstofdepositie is overweegt de Afdeling dat de aan dit betoog ten grondslag liggende Grootschalige Depositiekaart Nederland een vrij globaal karakter heeft en dat uit de notitie van 10 augustus 2012 volgt dat de bijdrage van het plan aan de stikstofdepositie in het Natura 2000-gebied te verwaarlozen is. Uit de verrichte luchtkwaliteitsonderzoeken volgt weliswaar dat het plan, met name ter hoogte van de Hoogemierdseweg, een geringe toename van de concentratie aan stikstofdioxide in de buitenlucht met zich kan brengen. Anders dan appellant betoogt, hoeft dit niet direct te betekenen dat de raad zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat het plan, gelet op de beschikbare onderzoeksgegevens, geen significante effecten zal hebben op het Natura 2000-gebied en dat geen passende beoordeling en een MER waren vereist.
Uitspraak
De Afdeling verklaart de beroepen ongegrond.