ECLI:NL:RVS:2012:BY5128

Betreft Bestemmingsplan Hoge Hoek te Tilburg
Datum uitspraak 05-12-2012
Rechtsprekende instantie  Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig
Trefwoorden bestemmingsplannen, Tilburg, doorwerking, milieueffectrapportage (m.e.r.), gefaseerde ontwikkeling
Bronnen vindplaats

Zaaknummer 201107432/3/R3

Conclusies voor de m.e.r. praktijk

  • Maatregelen die in een overkoepelend MER zijn opgenomen, hoeven niet bij een plan over een gedeelte van het project reeds gerealiseerd te zijn.

NB 1 Met deze uitspraak hangen twee uitspraken samen ABRvS 5 december 2012, zaaknr. 201201862/1/R3 en ABRvS 5 december 2012, zaaknr. 201107432/1/T1/R3 en ook is tussenuitspraak gedaan in een voorlopige voorzieningsprocedure, ABRvS 20 oktober 2011, zaaknr. 201107432/2/R3.

NB 2 Voor dit project heeft de Commissie m.e.r. een toetsingsadvies uitgebracht onder projectnummer P1525.

Casus

Op 11 april 2011 heeft de gemeenteraad van de gemeente Tilburg het bestemmingsplan “Hoge Hoek” vastgesteld. Met het bestemmingsplan wordt de bouw van 275 woningen mogelijk gemaakt in Berkel-Enschot. Tezamen met drie andere plannen wordt dit plan het project ‘Overhoeken’ genoemd. Aangezien het aantal woningen boven de 20 uitkomt is de Crisis- en herstelwet van toepassing op het bestemmingsplan. Appellanten hebben beroep ingesteld.

Eén van de appellanten voert aan dat de ontsluiting van de Overhoeken niet voldoende is vastgesteld. Dit is in strijd met een goede ruimtelijke ordening. Voor het project de Overhoeken is 2007 een besluit-MER (thans: project-MER) opgesteld. Daarin zijn maatregelen opgenomen zoals de aanleg van nieuwe gebiedsontsluitingswegen. Volgens appellant is het onzeker of deze ook daadwerkelijk zullen worden aangelegd gezien planologische en financiële onzekerheid. Er is volgens hen ook geen rekening gehouden met het grotere aantal woningen dat nu is gepland dan ten tijde van het opstellen van het MER. In het geluidsonderzoek is volgens appellant geen rekening gehouden met cumulatieve effecten. Naar het oordeel van de gemeenteraad is de ontsluitingsweg die appellant voorstelt niet nodig.

Overwegingen van de bestuursrechter
In het MER en in het Stedenbouwkundig Plan Overhoeken is van de ontwikkeling van het hele gebied Overhoeken uitgegaan. Vanwege gescheiden financiering en realisering door verschillende projectontwikkelaars is het project in deelplannen gesplitst die afzonderlijk bestemd worden en waarvoor afzonderlijke MER-en voor zijn opgesteld. In het MER Overhoeken worden drie knelpunten gesignaleerd. De aanpak van deze knelpunten is voor alle drie reeds gestart of klaar. Wel is enige vertraging opgetreden met betrekking tot het een weggedeelte waarover appellant gronden heeft aangevoerd. Dit heeft naar het oordeel van de Afdeling geen grote gevolgen. Omdat ook de woningbouw van de andere deelplannen vertraging heeft opgelopen, zal ook de toename van het verkeer minder hard verlopen dan eerder berekend. Uiteindelijk zal volgens de gemeenteraad het verkeer afnemen ten opzichte van de huidige situatie.

Uitspraak
De beroepen zijn ongegrond.