ECLI:NL:RVS:2011:BQ1044
Betreft | Agrarisch bouwblok buitengebied Markelo |
---|---|
Datum uitspraak | 13-04-2011 |
Rechtsprekende instantie | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
Proceduresoort | Eerste aanleg - enkelvoudig |
Trefwoorden | pluimveehouderij, Hof van Twente, uitbreiding, buitengebied, Markelo |
Bronnen vindplaats | Zaaknummer 201006186/1/R3 |
Conclusies voor de m.e.r. praktijk
- De vraag of een MER moet worden gemaakt voor de uitbreiding van een pluimveehouderij moet aan de orde worden gesteld bij de milieuvergunning die deze uitbreiding mogelijk maakt, niet bij een bestemmingsplanherziening die het bouwvlak verkleint waarbinnen agrarische bebouwing is toegestaan.
Casus
Bij besluit van 27 april 2010 heeft de gemeenteraad van Hof van Twente het bestemmingsplan ‘Buitengebied Markelo, herziening [locatie 1]’ vastgesteld. Dit plan is een locatiespecieke herziening van het bestemmingsplan ‘Buitengebied 1997 Markelo’ (hierna: het bestemmingsplan ‘Buitengebied’). Het voorziet in een verkleining met 0,5 hectare van het bestaande agrarische bouwblok van ongeveer 1,5 hectare naar 1,0 hectare. Door deze wijziging worden onbruikbare delen buiten het bouwblok gebracht. Hierdoor kan het bedrijf het bouwblok efficiënter gebruiken.
Appellant betoogt dat de gemeenteraad het plan ten onrechte heeft vastgesteld. Hij voert hiertoe onder meer aan dat het plan de bouw van een nieuwe pluimveeschuur mogelijk zal maken waardoor het aantal dieren en de geluid- en stankhinder zal toenemen. Ook stelt hij dat een MER gemaakt had moeten worden.
Overwegingen van de bestuursrechter
Niet in geschil is dat de oppervlakte van het bouwblok waarbinnen agrarische bebouwing is toegestaan, is afgenomen ten opzichte van het voorheen geldende plan. Evenmin is in geschil dat de regeling voor agrarische bebouwing niet is gewijzigd ten opzichte van dat plan. Bovendien staat volgens de Afdeling vast dat niet het plan, maar de milieuvergunning voorziet in een uitbreiding van de bestaande pluimveehouderij. In deze vergunning is het maximale toegestane aantal stuks pluimvee vastgelegd. De verkleining van het bouwblok staat daar los van. De gemeenteraad heeft in dit geval terecht afgezien van het opstellen van een MER. Tegen de genoemde milieuvergunning heeft appellant overigens beroep ingesteld bij de Afdeling. In het kader van die procedure kan mogelijk de vraag aan de orde komen of voor de voorgenomen uitbreiding van de inrichting een MER had moeten worden gemaakt.
Uitspraak
Het beroep wordt ongegrond verklaard.