ECLI:NL:RVS:2009:BI4541

GFT-vergistinginstallatie te Lelystad

Jurisprudentie details

Datum uitspraak

16 januari 1997

Rechtsprekende instantie

Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Soort procedure

Eerste aanleg - meervoudig

Trefwoorden

Afvalstoffen, GFT-afval, Lelystad, Meest milieuvriendelijk alternatief (MMA), Vergisting

ECLI-nummer

ECLI:NL:RVS:2009:BI4541

Conclusies voor de mer-praktijk

  • Dat er een milieuvriendelijker alternatief voor handen is, betekent niet dat de milieuvergunning voor het iets minder milieuvriendelijke alternatief geweigerd moet worden. Dit zou pas ter sprake kunnen komen als het gekozen alternatief wezenlijke nadelige milieugevolgen heeft.

Casus

Omwonenden zijn in beroep gegaan tegen de vergunningverlening aan een vergistinginstallatie voor groente-, fruit- en tuinafval. In beroep stellen de omwonenden dat gekozen had moeten worden voor het meest milieuvriendelijk alternatief (MMA).

Overwegingen van de bestuursrechter
De Afdeling constateert op grond van het MER dat de milieueffecten op de twee onderzochte locaties niet onaanvaardbaar zijn. Daarnaast wijst de Afdeling er op dat niet uit de redactie van art. 7.37 Wet milieubeheer of uit de geschiedenis van de totstandkoming van dit artikel kan worden afgeleid dat een vergunning moet worden geweigerd omdat er een milieuvriendelijker alternatief voor handen is. Dit zou pas ter sprake kunnen komen als het gekozen alternatief wezenlijke nadelige milieugevolgen heeft.

Uitspraak
De beroepsgrond wordt ongegrond verklaard.