ECLI:NL:RVS:2002:AE0401
Betreft | Glastuinbouwlocatie Eerste Bathpolder te Reimerswaal |
---|---|
Datum uitspraak | 20-03-2002 |
Rechtsprekende instantie | Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State |
Proceduresoort | Eerste aanleg - meervoudig |
Trefwoorden | Reimerswaal, milieueffectrapportage-plicht (MER-plicht), glastuinbouw |
Bronnen vindplaats | Zaaknummer 200002547/1 |
Conclusies voor de m.e.r. praktijk
Per geval dient beoordeeld te worden of er al dan niet meer locaties voor glastuinbouw in beschouwing genomen dienen te worden.
Casus
In deze uitspraak wordt vooral gekeken naar de noodzakelijke afstand tot het Oosterscheldegebied, vanwege de mogelijke verstoring van vogels in dat gebied. Er wordt aan het MER gerefereerd met betrekking tot de kans op verstoring en welke maatregelen getroffen kunnen worden. Gedeputeerde Staten van Zeeland, hebben zich naar het oordeel van de Afdeling in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat het plan op dit punt niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening.
Daarnaast komt de vraag aan de orde of er niet eerst een locatie-MER gemaakt had moeten worden. Maar uit het MER blijkt dat de Eerste Bathpolder op vrijwel alle punten voldoet aan de randvoorwaarden die voor projectmatige glastuinbouwvestigingen gelden. Zo heeft de locatie een ruime opzet, een goede ligging ten opzichte van hoofdinfrastructuur (Rijksweg A58), een gunstige ligging binnen Zeeland ten opzichte van België en het arbeidspotentieel in Noord-Brabant, relatief goede mogelijkheden voor collectieve nutsvoorzieningen en een gunstige klimatologische ligging. Andere voordelen van de locatie in de eerste Bathpolder zijn de omvang en de duidelijke begrenzing van de locatie.
Gelet op het bovenstaande is de Afdeling van oordeel dat Gedeputeerde Staten zich op het standpunt hebben kunnen stellen dat alternatieven voor de locatie in het MER in dit geval redelijkerwijs niet meer in beschouwing behoefden te worden genomen.