ECLI:NL:RVS:2001:AL2982

Betreft Nieuwe bioscoop aan het Haarlemmerplein te Amsterdam
Datum uitspraak 30-03-2001
Rechtsprekende instantie  Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig
Trefwoorden Amsterdam, bioscopen, milieueffectrapportage-plicht (MER-plicht), recreatie
Bronnen vindplaats

Zaaknummer 199902627/1

Conclusies voor de m.e.r. praktijk

Wat in het kader van het vast te stellen ruimtelijke plan redelijkerwijs mag worden verwacht, vormt de basis voor het vast stellen van de m.e.r.-(beoordelings)plicht. In geval van een bioscoop kan als uitgangspunt gelden de maximale capaciteit vermenigvuldigd met het verwachte bezettingspercentage (gebaseerd op ervaringscijfers). De capaciteit wordt mede bepaald door het aantal reëel te verwachten voorstellingen per dag.

Casus

De Afdeling is van oordeel dat een bioscoop is aan te merken als een recreatieve voorziening als bedoeld in het Besluit m.e.r. Bij de beoordeling van een m.e.r.-plicht die, zoals thans het geval, is gekoppeld aan het ruimtelijke plan moet worden uitgegaan van hetgeen in het kader van dat plan redelijkerwijs mag worden verwacht. Het plan reguleert het aantal voorstellingen niet.
Ondanks het feit dat de boogde exploitant in het ondernemingsplan uitging van drie voorstellingen per dag, geeft dat geen waarborg dat in de bioscoop niet op enig moment vier voorstellingen per dag zullen plaatsvinden, mede gelet op de omstandigheden dat vanuit bedrijfseconomische overwegingen vier voorstellingen per dag in de rede ligt.